Handrem
De handrem gebruiken
Afb. 116
Handrem tussen de voorstoelen.
De handrem voorkomt het ongewild wegrollen
van de wagen. De handrem goed aantrekken
als u de wagen verlaat of parkeert.
De handrem is ingeschakeld wanneer
het controlelampje op het instrumenten-
paneel rood oplicht in het instrumenten-
paneel.
Handrem aantrekken
●
De handremhendel omhoog trekken
116.
Handrem losmaken
●
De hendel iets omhoogtrekken, ontgrendel-
›››
knop in pijlrichting drukken
afb. 116
›››
hendel geheel omlaagdrukken
Algemene aanwijzingen over de parkeerhulpsystemen
Parkeren en manoeuvreren
De handrem moet volledig omlaag worden ge-
bracht, zodat niet per ongeluk met een licht
aangetrokken handrem kan worden gereden
›››
.
WAARSCHUWING
●
Nooit de handrem gebruiken om een rij-
dende wagen af te remmen. De remweg is
veel langer omdat alleen de achterwielen
worden afgeremd. Gevaar voor ongevallen!
●
Indien de handrem niet volledig omlaag
wordt gebracht, kan dit de werking van het
systeem beïnvloeden en leiden tot verwar-
ming en slijtage van de achterremmen.
LET OP
Voordat u de wagen verlaat, altijd eerst de
handrem stevig aantrekken. Schakel ook de
eerste versnelling of achteruitversnelling in
naargelang de helling, of zet de keuzehendel
in stand P.
›››
afb.
en de
.
Algemene aanwijzingen
over de parkeerhulpsyste-
men
Automatisch bedienen van de rem-
men
De automatische remingreep van een parkeer-
hulpsysteem dient om het botsingsgevaar te
beperken wanneer een obstakel wordt gede-
tecteerd tijdens het parkeren.
Remfuncties
Naargelang de uitrusting zijn de volgende sys-
temen beschikbaar:
●
Remfunctie tijdens het manoeuvreren van het
›››
Plus-parkeerhulpsysteem
pag.
●
Functie van noodremming van het uitparkeer-
›››
systeem
pag.
183.
●
Functie van noodremming van het inparkeer-
›››
systeem
pag.
174.
Vereisten
●
De auto rijdt ongeveer tussen 3 km/u en
8 km/u bij het manoeuvreren
●
Er is een parkeersysteem ingeschakeld.
De automatische remingreep vindt niet plaats
wanneer de parkeerhulp automatisch werd in-
geschakeld tijdens het vooruitrijden.
169.
167