Airconditioning
Verwarming, ventilatie en
koeling
Inleiding
Afhankelijk van de uitrusting van de wagen kun-
nen verschillende systemen gemonteerd zijn:
●
Het verwarmings- en ventilatiesysteem
verwarmt en ventileert het interieur. Het kan niet
koelen.
●
De handbediende airconditioning ver-
warmt, koelt en ontvochtigt de lucht.
●
De Climatronic is een automatische airco
die de lucht verwarmt, afkoelt en bevochtigt.
In de automatische werking kan de Climatronic
automatisch de temperatuur, luchtstroom en
-verdeling regelen.
De airco werkt efficiënter indien het interieur
gesloten blijft. Wanneer er zich veel warmte op-
hoopt in de wagen, kan het koelproces worden
versneld door te ventileren.
De betreffende toets indrukken om een con-
crete functie in te schakelen. Om de functie uit
te schakelen, nogmaals op de toets drukken.
De leds die branden naast de toetsen geven
aan dat de functie geactiveerd is.
106
Airconditioning
Zuinig gebruik van de airconditioning
Als de airconditioning aan staat, vraagt de
compressor motorvermogen, hetgeen van in-
vloed op het brandstofverbruik is.
Voor een optimale werking van de airco moeten
de ruiten en het glazen dak gesloten blijven.
Wanneer echter het interieur bij een stilstaande
wagen door binnenvallende zonnestralen sterk
is verwarmd, kan het afkoelen worden versneld
door de ruiten en het glazen dak even te ope-
nen.
Interieurluchtfilter
Het interieurluchtfilter met adsorptiekoolele-
ment verlaagt de verontreiniging van de lucht
die het interieur binnenstroomt.
Het interieurluchtfilter moet regelmatig wor-
den vervangen om te voorkomen dat de werk-
ing van de airconditioning negatief wordt beïn-
vloed.
Indien het rendement van het filter reeds eerder
vermindert omdat de wagen in een sterk ver-
ontreinigde omgeving gebruikt wordt, moet het
filter vervangen worden zonder het verstrijken
van het voorziene interval af te wachten.
Luchtroosters
Voor een correcte verwarming, koeling en venti-
latie in het interieur van de wagen moeten de
luchtroosters continu geopend zijn.
Er zijn ook luchtroosters die niet versteld kunnen
worden; deze zijn te vinden in het dashboard in
de voetenruimte en achteraan in de wagen.
WAARSCHUWING
Als het zicht door alle ruiten van de wagen
niet goed is, neemt het risico op ongevallen
met ernstige gevolgen toe.
●
Zorg ervoor dat alle ruiten ijs- en sneeuw-
vrij zijn, en dat ze niet beslagen zijn om goed
te kunnen kijken wat er buiten de wagen alle-
maal gebeurt.
●
Ga alleen rijden als het zicht goed is.
●
Zorg er altijd voor dat u de airconditioning
en de achterruitverwarming correct gebruikt
om goed te kunnen zien wat er buiten de wa-
gen allemaal gebeurt.
●
Laat de luchtcirculatie nooit gedurende
een lange periode aan. Wanneer het koel-
systeem niet werkt en de circulatiefunctie
aan staat, kunnen de ruiten snel beslaan en
kan het zicht zo aanzienlijk beperkt worden.
●
Schakel de circulatiefunctie uit wanneer u
deze niet nodig heeft.