gen moet worden aangepast. Bovendien kun-
nen de parameters van de accu voor een vei-
lige werking enkel worden vastgelegd met de
originele accu. Enkel een gekwalificeerde mon-
teur beschikt over de geschikte technologie
voor de afstelling en over de juiste vervangende
accu's.
Het gebruik van niet-geschikte accu's doet de
goedkeuring vervallen.
De wagens met Start/Stop-functie (
122) zijn uitgerust met een speciale accu. Om
die reden mag die accu enkel vervangen wor-
den door een andere accu met dezelfde ken-
merken.
De 12 volt-accu loskoppelen
Indien u de 12 volt-accu moet loskoppelen van
de elektrische installatie van de auto, houd dan
rekening met het volgende:
●
Schakel alle stroomverbruikers uit.
●
Vergrendel de wagen voordat u de accu los-
koppelt, anders gaat het alarm af.
●
Koppel eerst de minkabel en daarna de plus-
›››
kabel los
.
De 12 volt-accu vastmaken
●
Voordat de 12 volt-accu weer wordt aange-
sloten, moet u alle stroomverbruikers uitschake-
len.
●
Verbind eerst de pluskabel en dan de minka-
›››
bel
.
294
Controleren en bijvullen
Na het verbinden van de 12 volt-accu en het
inschakelen van het contact kunnen een aantal
controlelampjes gaan branden. Deze lampjes
gaan uit nadat u een kort traject hebt afgelegd
met een snelheid tussen ca. 15 en 20 km/u (10
en 12 mpu). Indien de lampjes niet uitgaan, laat
de wagen dan nakijken in een gespecialiseerde
werkplaats.
Indien de 12 volt-accu langere tijd is losgekop-
peld, wordt wellicht niet juist aangegeven of
›››
pag.
berekend wanneer de volgende onderhouds-
beurt moet plaatsvinden
dat geval aan de maximaal toegestane onder-
houdsintervallen
Wagens met sluit- en startsysteem zonder sleu-
tel "Keyless Access"
contact niet kan worden ingeschakeld na het
verbinden van de 12 volt-accu, moet u de wa-
gen van buitenaf ver- en ontgrendelen. Probeer
daarna opnieuw het contact in te schakelen.
Als de band te sterk beschadigd is, roep dan de
hulp van de specialist in.
WAARSCHUWING
Indien de 12 volt-accu verkeerd wordt vast-
gemaakt of niet-geschikte accu's worden
gebruikt, kunnen er zich kortsluitingen, brand
en ernstige letsels voordoen.
●
Gebruik enkel 12 volt-accu's zonder onder-
houd, met bescherming tegen lekken en met
dezelfde eigenschappen, specificaties en af-
metingen als de af fabriek ingebouwde accu.
›››
pag.
16. Houd u in
›››
pag.
314.
›››
pag.
70: Indien het
WAARSCHUWING
Als de 12 volt-accu wordt geladen, ontstaat
een licht ontvlambaar knalgas.
●
Laad de 12 volt-accu enkel op een goed
geventileerde plaats op.
●
Laad nooit een bevroren of ontdooide 12
volt-accu op. Een lege accu kan al bij tempe-
raturen rond 0 °C (+32 °F) bevriezen.
●
Indien de 12 volt-accu bevroren is, moet u
hem zo snel mogelijk laten vervangen.
●
Indien de kabels verkeerd worden verbon-
den met de polen, kan er een kortsluiting op-
treden. Sluit eerst de pluskabel aan en dan
de minkabel.
LET OP
●
De 12 volt-accu mag niet worden verbon-
den of losgekoppeld wanneer het contact
is ingeschakeld of de motor draait. U mag
ook nooit een 12 volt-accu gebruiken die niet
voldoet aan de specificaties. Het elektrische
systeem of bepaalde elektronische compo-
nenten kunnen beschadigd raken en er kun-
nen zich storingen voordoen aan elektrische
functies.
●
Er mogen nooit accessoires voor extra
stroomvoorziening, zoals zonnepanelen of
acculaders, aangesloten worden op het 12V-
stopcontact om de 12V-accu op te laden.
Anders kan het elektrische systeem van de
wagen beschadigd raken.