De parkeerhulp beschikt over 3 parkeertypen:
Achteruit recht parkeren.
Achteruit haaks parkeren.
Vooruit haaks parkeren.
Een parkeertype selecteren met vooraf-
gaand passeren van de parkeerplaats
Na activering van het inparkeersysteem en de-
tectie van een parkeerplaats wordt op het
scherm van het instrumentenpaneel een par-
keermodus voorgesteld. Het inparkeersysreem
selecteert automatisch de parkeermodus. De
geselecteerde modus wordt getoond op het
scherm van het instrumentenpaneel
123. Ook wordt de beperkte weergave van de
andere mogelijke parkeermodi getoond
124. Indien de modus geselecteerd door het
systeem niet overeenkomt met de gewenste
modus, kunt u een andere modus selecteren
door opnieuw te drukken op de toets .
●
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
waarden om te kunnen inparkeren met het in-
›››
parkeersysteem
pag.
176.
●
Druk op de toets
.
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt een
controlelampje in de toets
op het scherm van het instrumentenpaneel de
geselecteerde parkeermodus getoond en in de
beperkte weergave de andere parkeermodus
waarnaar u kunt wisselen.
178
Parkeren en manoeuvreren
●
Schakel het knipperlicht in van de zijde van
de weg waar u wilt parkeren. Op het display
in het instrumentenpaneel wordt de desbetref-
fende zijde van het wegdek weergegeven. In-
dien geen knipperlicht wordt gekozen, parkeert
het systeem standaard aan de rechterzijde in
rijrichting.
●
Druk indien nodig de toets
te veranderen naar de volgende parkeermo-
dus.
●
Nadat gewisseld is naar alle mogelijke par-
keermodi, wordt het systeem uitgeschakeld
wanneer u opnieuw drukt op de toets
●
Druk zo nodig opnieuw op de toets
›››
afb.
systeem weer te activeren.
●
Volg de aanwijzingen op het scherm van het
›››
afb.
instrumentenpaneel zonder uw aandacht van
het verkeer af te wenden en ga met de auto
naast de parkeerplaats staan.
Haaks parkeren zonder voorafgaand passe-
ren
Speciaal geval van schuine parkeerplaats om
vooruit in te parkeren zonder voorafgaand pas-
seren van de parkeerplaats:
●
Er moet voldaan zijn aan de vereiste voor-
. Daarnaast wordt
waarden om te kunnen inparkeren met het in-
parkeersysteem
●
Rijd vooruit naar de parkeerplaats zonder het
verkeer uit het oog te verliezen en stop de wa-
gen met de voorzijde deels binnen de parkeer-
plaats.
opnieuw in om
.
om het
›››
pag.
176.
●
Druk de toets
eenmaal in.
●
Als het systeem is ingeschakeld, brandt een
controlelampje in de toets
. Daarnaast wordt
op het scherm van het instrumentenpaneel de
geselecteerde parkeermodus getoond zonder
beperkte weergave.
●
Laat het stuur los .