Controlelampjes van het airbagsys-
teem
Gaat branden in het instrumentenpa-
neel
Storing in het systeem van airbags en gor-
delspanners. Laat het systeem onmiddellijk
door een specialist controleren.
Gaat branden in het dashboard
Voorairbag van de bijrijder buiten werk-
ing gesteld. Controleer of de airbag uitge-
schakeld moet blijven.
OF: Storing in het airbagsysteem. Laat het
systeem onmiddellijk door een specialist
controleren.
Gaat branden in het dashboard
Voorairbag van de bijrijder in werking. Het
controlelampje gaat automatisch uit 60
seconden nadat het contact is ingescha-
keld.
Wanneer het contact wordt ingeschakeld, gaan
sommige controle- en waarschuwingslampjes
enkele seconden aan terwijl ze een werkings-
controle uitvoeren. Na enkele seconden gaan
de lampjes uit.
Indien het controlelampje van het airbag- en
gordelspansysteem
vast brandt of knippert,
geeft dat aan dat er een storing is in het sys-
›››
teem
. Laat het systeem onmiddellijk door
een specialist controleren.
50
Veiligheid
Indien de airbag van de bijrijder is uitgescha-
keld, blijft het waarschuwingslampje
branden in de dakconsole om hierop te wijzen.
Indien de voorairbag van de bijrijder uitgescha-
keld is, het controlelampje niet blijft branden
of brandt samen met het controlelampje
het instrumentenpaneel, kan het zijn dat er een
›››
storing is in het airbagsysteem
controlelampje knippert, geeft dit aan dat er
een defect is in het systeem om de airbag uit te
›››
schakelen
. Laat het systeem onmiddellijk
door een specialist controleren.
WAARSCHUWING
Bij een storing van het airbag- en gordel-
spansysteem kunnen de airbags moeilijk, he-
lemaal niet of zelfs onverwacht worden ge-
activeerd.
●
De inzittenden kunnen levensgevaarlijke
letsels oplopen hierdoor. Laat het systeem
onmiddellijk door een gespecialiseerde
werkplaats nakijken.
●
Monteer geen kinderzitje op de voorstoel,
of verwijder het ingebouwde kinderzitje! De
voorairbag van de voorpassagier zou on-
danks het defect af kunnen gaan bij een aan-
rijding.
LET OP
Let altijd op de brandende controlelampjes
en neem de daarbij behorende beschrijvin-
gen en aanwijzingen in acht om geen schade
aan de wagen of letsel van de inzittenden te
veroorzaken.
Voorairbags
vast
van
. Als het
Afb. 28
Bestuurdersairbag in het stuurwiel.
Afb. 29
Bijrijdersairbag in het dashboard.
De voorairbag voor de bestuurder zit in het
stuurwiel en die van de bijrijder in het dash-
board. De airbags zijn gemarkeerd met het op-
schrift "AIRBAG".