Schakelbak
Schakelen
Afb. 86
Schema van een handmatige
versnelling met 5 of 6 standen.
In de versnellingshendel zijn de standen van de
›››
versnellingen aangeduid
afb.
●
Trap de koppeling volledig in.
●
Zet de versnellingshendel in de gewenste
stand.
●
Laat de koppeling los.
De achteruitversnelling inschakelen
Schakel de achteruitversnelling enkel in wan-
neer de wagen stilstaat.
●
Trap de koppeling volledig in.
●
Druk de versnellingshendel in neutrale stand
omlaag, beweeg hem dan helemaal naar links
en daarna naar voren om de achteruitversnel-
›››
ling
afb. 86
●
Laat de koppeling los.
Terugschakelen
Tijdens het rijden moet u altijd geleidelijk te-
rugschakelen. Schakel dus telkens één versnel-
ling lager wanneer het motortoerental niet te
›››
hoog is
. Het terugschakelen waarbij één
of meer versnellingen worden overgeslagen
bij hoge snelheden of hoge toerentallen kan
de koppeling en versnellingsbak beschadigen,
zelfs als de koppelingspedaal nog wordt inge-
›››
trapt
.
86.
WAARSCHUWING
Indien de motor draait, gaat de wagen bewe-
gen zodra een versnelling is gekozen en het
koppelingspedaal wordt gelost. Dit is ook het
geval als de parkeerrem wordt ingeschakeld.
●
Kies nooit de achteruit terwijl de wagen in
beweging is.
WAARSCHUWING
Als u naar een te lage versnelling schakelt,
kunt u de controle over de wagen verliezen
en bestaat er gevaar voor ongelukken en
ernstig letsel.
Schakelbak
Rijden
te selecteren.
R
LET OP
Indien u een te lage versnelling kiest terwijl
u rijdt met hoge snelheid of hoog toeren-
tal, kan dit de koppeling en versnellingsbak
aanzienlijk beschadigen. Dit is zelfs het ge-
val indien u het koppelingspedaal ingedrukt
houdt.
LET OP
Houd rekening met het volgende om schade
en vroegtijdige slijtage te voorkomen:
●
Leg uw hand niet op de versnellingshendel
tijdens het rijden. De druk die uw hand uitoe-
fent wordt overgebracht op de schakelgaf-
fels.
●
Laat uw voet niet op het koppelingspedaal
rusten; hoewel de kracht die dan daarop
wordt uitgeoefend slechts klein is, kan die
toch leiden tot vroegtijdige slijtage van de
koppelingsplaat. Gebruik de voetenruimte
zolang u niet schakelt.
●
Let erop dat de wagen volledig stilstaat
voordat u de achteruitversnelling inschakelt.
●
Trap het koppelingspedaal altijd volledig in
bij het schakelen.
●
Houd de wagen niet in stilstand op een hel-
ling door de "voet op de koppeling te hou-
den" met draaiende motor.
125