8
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 . D e m e D i s c H e a P P a R a T u u R g e b R u i k e n ( b e o o g D g e b R u i k )
1 . 3 i nd ic a ti es
Het apparaat voor fysiotherapie wordt geïndiceerd bij de behandeling van veel musculoskeletale letsels
en aandoeningen, maar ook in verband met postoperatieve behandeling na gewrichtsoperaties en bij de
behandeling van uiteenlopende pijnindicaties.
Voorbeelden:
NMES-apparaten worden gebruikt voor de volgende doelen:
- Vertragen of voorkomen van inactiviteitsatrofie
- Behouden of vergroten van het bewegingsbereik
- Heractiveren van spieren
- Verminderen van spierspasmen
- Verbeteren van de lokale bloedcirculatie
TENS-apparaten worden gebruikt voor de volgende doelen:
- Beheersen van symptomen en chronische, onbehandelbare pijn
- Bijkomende behandeling van postoperatieve en posttraumatische acute pijn
- Verlichten van pijn die wordt geassocieerd met artritis.
Apparaten met gepulseerde gelijkstroom worden gebruikt voor de volgende doelen:
- Verminderen van oedeem (onder negatieve elektrode)
- Verminderen van spierspasmen
- Beïnvloeden van de lokale bloedcirculatie (onder negatieve elektrode)
- Vertragen of voorkomen van inactiviteitsatrofie
- Vergemakkelijken van de vrijwillige motorische functionaliteit
- Handhaven of vergroten van de bewegingsvrijheid
1 .4 Con tr a - ind icat ie s
De apparaat mag NIET worden gebruikt bij patiënten met:
• Geïmplanteerde elektronische apparaten. Gebruik het apparaat niet als u een pacemaker, geïmplanteerde
defibrillator of een ander geïmplanteerd elektronisch/elektrisch hulpmiddel hebt.
• Epilepsie
• Zwangerschap (niet op de buik gebruiken)
• Ernstige aandoeningen van de arteriële bloedsomloop in de benen
• Buik- of liesbreuk
• Geen borststimulatie gebruiken op patiënten met hartritmestoornis
Dit kan leiden tot elektrische schokken, brandwonden, elektrische storingen of overlijden.