2 1 5
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 8 . 3 ad he s i v e cap su l i ti s
De klinische definitie die door de ESSSE (European Society for Surgery of the Shoulder and the Elbow)
is gegeven voor retractiele capsulitis: een beperking van de actieve en passieve mobiliteit, volgens een
minimum van 30%, in de drie vlakken, gedurende meer dan drie maanden.
Die beperking is het gevolg van een verdikking en een fibrose van het gewrichtskapsel met verdwijning
van de recessus, wat resulteert in een verlies van de actieve en passieve mobiliteit van de schouder.
De aandoening is idiopathisch in een derde van de gevallen. Bij twee derde van de gevallen is er
een eerdere schouderaandoening, die van zeer uiteenlopende aard kan zijn (schoudertrauma,
schouderchirurgie, hemiplegie, conflict onder acromio-coracoideus, enz.). Vooral diabetici lopen een risico.
20% van deze groep krijgt in een bepaald stadium te maken met capsulitis. Men stelt vast dat zich in
eerste instantie een algoneurodystrophie van de schouder ontwikkelt (al beantwoordt dat niet helemaal
aan een strikte definitie van de term, een aandoening die vooral de uiteinden van de ledematen treft).
Vervolgens vermindert die algoneurodystrophie, terwijl de kapselfibrose en de gewrichtverstijving zich
ontwikkelen.
Klinisch observeert men de ontwikkeling van een eerste acute fase, die louter pijnlijk is. Vervolgens
verliest de schouder gaandeweg aan mobiliteit terwijl de pijn afneemt. Dat resulteert uiteindelijk in een
geblokkeerde en pijnloze schouder. Op dit punt treedt dan een actief en passief mobiliteitsverlies op die
vooral de abductie en de externe rotatie van de schouder betreft (externe rotatie vermindert met ten
minste 50% in vergelijking met de gezonde schouder).
Dat evolueert spontaan naar genezing gedurende een min of meer lange periode van 3 maanden tot 2
jaar, afhankelijk van de kwaliteit van de gebruikte revalidatiebehandeling.
De revalidatie heeft in eerste instantie tot doel om de pijn tijdens de acute fase te verminderen en
vervolgens de biomechanische en neuromusculaire kwaliteiten van de schouder te herstellen.
1 6 . 8 . 3 . 1 pr o t oc o l
Fase 1 (acute fase): TENS
Het criterium voor de overgang van fase 1 naar fase 2 is het verkrijgen van een niet-pijnlijke schouder
bij rust. Het klinisch onderzoek zal regelmatig een symptomatologie vergelijkbaar met die van de
tendinopathieën van de rotatorencuff, waarvoor dezelfde therapeutische benadering kan worden gebruikt,
aan het licht brengen. Deze klinische voorstelling is het esultaat van de compensatiemechanismen die
tijdens de acute fase in werking zijn getreden.
Fase 2: Amyotrophie niveau 1, dan Amyotrophie niveau 2.
1 6 . 8 . 3 . 2 Fr eq u ent ie v an d e b eha n d e l in g
Drie tot vijf sessies per week.