1 2 8
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
1 5 . b e s c H i k b a R e T H e R a P i e P R o g R a m m a ' s
CategoRie
ReValidatie ii
pRogRaMMa
lumbale sTabilisaTie
Na een episode van lage rugpijn of nadat de pijn is verlicht. Spierarbeid door
WanneeR?
elektrostimulatie heeft het voordeel dat dit isometrisch gebeurt met zeer weinig
belasting op de vertebrale structuren en schijven.
Om de ondersteuningskwaliteiten van de buik- en lumbale spieren te ontwikkelen en
WaaRoM?
het bewustzijn van de houdingcontrole te herstellen.
Door de buik- en lumbale spiergroepen simultaan te stimuleren, met parameters die
hoe?
zijn aangepast aan het herstel van de kwaliteit van spiervezels van type I die worden
gebruikt bij de houdingcontrole.
Om de patiënt een optimaal comfort te bieden, gebruikt u de impulsbreedtes die
imPuls-
overeenstemmen met de chronaxie van de motorische zenuwen van de buik- en
BReedte
lumbale spieren. De functie mi-SCAN (standaard geactiveerd) kan worden gebruikt om
de impulsbreedte te bepalen die geschikt is voor de spieren van de patiënt.
Elektroden die samen op de buik- en lumbale spieren zijn geplaatst in
elektRoden
overeenstemming met de specifieke indicatie.
De maximale verdraagbare stimulatie-energie die een van de belangrijkste factoren is
bij het bepalen van de doeltreffendheid van de behandeling. Hoe hoger de stimulatie-
inTensiTeiT
energie, hoe hoger het aantal spiervezels (motoreenheden) dat wordt gebruikt. Het
progressief verhogen van het niveau van energie in de loop van een behandelingssessie.
2+2
Nee.
RugsPieRen/sTabilisaTie (30 min)
FReQuentie
duuR Van
sTijgen
DuuR Van fase
duuR Van dalen
opWaRMen
samenTRekking
6 Hz
1,5 s
2 min
2 s
acTieVe RusT
40 Hz
4 Hz
2 s
0,5 s
6 s
1 s
0,5 s
laaTsTe
RecuPeRaTiefase
3 Hz
1,5 s
12 s
3 min
3 s
NL