2 4 3
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 1 1 . 2 .4 h ou d in g v an d e p at i ë n t
De patiënt en het te behandelen lichaamsdeel worden zo geplaatst, dat de maximale bewegingsamplitude
wordt bereikt. Immers is het, in tegenstelling tot de gebruikelijke regels voor het gebruik van NMES, de
moeite waard voor deze behandelingen om een isotonische contractie van de antagonist toe te staan tot
het maximale bewegingsbereik zodat de spastische spier maximaal wordt uitgerekt.
onderste ledematen:
been: patiënt in zithouding
dij: liggend op de buik
heupgordel:
liggend op de rug
schoudergordel:
patiënt in zithouding, arm 30° zijwaarts geheven, elleboog rustend op een armleuning
Bovenste ledematen:
patiënt in zithouding
triceps: elleboog in supinatie;
strekkers van de vingers en de pols: pols in pronatie
1 6 . 1 1 . 2 . 5 s t i m u l at i e- e ne r g i e
Gebruik altijd een intensiteit die onvoldoende sterk is om een elektrische diffusie over de spastische spieren
te veroorzaken.
Zorg dat de stimulatie-energie zo wordt geregeld, dat de isotonische contractie van de antagonist een
maximaal bewegingsbereik met zich meebrengt, waardoor een maximale uitrekking van de spastische
spier wordt gecreëerd.
Die werking kan niet worden verkregen als het onevenwicht agonist-antagonist te groot is; dat is het
geval wanneer de spasticiteit van een spier groter is dan de contractiekracht van zijn geatrofieerde
antagonist. De stimulatie veroorzaakt in dat geval enkel een min of meer beperkte beweging of zelfs
helemaal geen beweging.
Zelfs in deze situatie moet de behandeling echter worden uitgevoerd, omdat de stimulatie, zelfs onder de
drempelwaarde, een heilzaam effect heeft op de vermindering van de spasticiteit.