2 7 3
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 1 5 .4 . 3 Re s u l t at en
Door geleidelijk aan de energie te verhogen, wordt een onvolledige dorsale flexie van de enkel zichtbaar
evenals een aarzelende eversiebeweging van de voet.
BESLUIT
Onze patiënt vertoont een parese van de n. popliteus lateralis met gedeeltelijke denervatie van de spieren
van de antero-laterale loge van het been; er is hoop op reïnnervatie voor de gedenerveerde weefsels.
THERAPEUTISCHE BENADERING IN DE PRAKTIJK
Bij een gedenerveerde spier heeft de therapeut verschillende mogelijkheden. Zie Bepalen van de vorm en
de parameters van de puls (Gedenerveerde spieren – Theorie).
Afhankelijk van de klinische omstandigheden en de gevolgde school, kan men werken op het
geïnnerveerde deel van de spier met gebruik van korte bifasische rechthoekige pulsen van de programma's
voor neurostimulatie.
Van het grootste belang is echter dat atrofie wordt voorkomen en sclerose van de gedenerveerde weefsels
wordt beperkt. Daarvoor moet men de stijgende en dalende pulsen van de programma's Gedeeltelijk
automatisch of Gedeeltelijk handmatig gebruiken.
1 6 . 1 5 .4 .4 pro t o co l 2
Gedeeltelijk automatisch of Gedeeltelijk handmatig
Tenzij men de exacte stimulatieparameters kent (daarvoor zijn de precieze resultaten van een recent
elektromyogram nodig), is het aanbevolen om het programma Gedeeltelijk automatisch te gebruiken
(Physio werkt met standaardwaarden).
1 6 . 1 5 .4 . 5 ke uze e n p l aat s i n g v an d e e l e k t r ode n
Zelfklevende elektroden zijn niet goed geschikt voor de stimulatie van gedenerveerde spieren. Gebruik bij
voorkeur zachte koolstofelektroden. Hun afmetingen moeten worden gekozen zodat de elektroden alle
vezels van de gestimuleerde spier bedekken.
De programma's voor gedenerveerde spieren werken op basis van tweepoligheid, dat wil zeggen dat de
positieve en negatieve polen onbelangrijk zijn.
Nadat de twee elektroden met gel zijn ingewreven, worden ze dwars op het vlezige gedeelte van de spier
geplaatst, (waarbij het pezige gedeelte wordt vermeden); de grootte van de elektroden is vooraf bepaald
zodat ze zo veel mogelijk spierweefsel bedekken. Ze dienen daarom de volledige breedte van de spier te
bedekken.