2 5 7
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 1 3 . 1 . 3 pl a at s ing e l e k tr o d e n
Voor elk been zijn twee stimulatiekanalen nodig.
• Er wordt een kleine elektrode net onder de kop van de fibula aangebracht op de n. peroneus communis.
• Een andere elektrode wordt in het bovenste gedeelte van de knieholte bij de zenuwbaan van de
tibiazenuw geplaatst.
Voor een optimale doeltreffendheid moet de positieve pool bij voorkeur op deze twee kleine elektroden
worden geplaatst.
• De twee andere polen worden verbonden met de twee uitgangen van de grote elektrode die op het
bovenste gedeelte van de kuit is geplaatst, net onder de knieholte
1 6 . 1 3 . 1 .4 h o ud in g v a n d e p at i ë n t
Plaats de patiënt in een comfortabele houding.
1 6 . 1 3 . 1 . 5 s tim ul at ie - ene r g i e
Stel de stimulatie-energie af op het maximale niveau dat door de patiënt kan worden verdragen om
zoveel mogelijk vezels te activeren.
NL