6 7
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
1 2 . e m c- T a b e l l e n
a a n B eVeling e n en VeRkl aR i ng Va n de FaBRikant BetReFF en de
el e k T R o mag n e Ti scHe im mun iTeiT
Het apparaat is ontwikkeld voor gebruik in de hieronder beschreven elektromagnetische omgeving.
De koper of gebruiker van het apparaat moet ervoor zorgen dat dit apparaat wordt gebruikt in deze
aanbevolen omgeving.
ie C
im muni -
6 0 6 0 1 -
t e it ste st
testniv ea u
3 Vrms
Geleide RF
150 kHz tot
61000-4-6
80 MHz
3 V/m
Uitgestra-
80 MHz tot
alde RF
2,5 GHz
IEC
10 V/m
61000-4-3
26 MHz tot
1 GHz
OPMERKING 1 Bij 80 MHz en 800 MHz is de hoogste frequentieamplitude van toepassing.
OPMERKING 2 Deze richtlijnen zijn wellicht niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische
golfvoortplanting
wordt gewijzigd door absorptie en reflectie door gebouwen, objecten en personen.
a De veldintensiteit van vaste zendapparaten, zoals basisstations van mobiele telefoons (mobiel/
draadloos) en mobiele radio's, amateurradio's, radio-uitzendingen via AM en FM en tv-uitzendingen
kunnen niet nauwkeurig worden voorspeld. Het kan daarom nodig zijn een analyse te overwegen
van de elektromagnetische omgeving van de locatie voor het berekenen van de elektromagnetische
omgeving die komt van vaste RF-zenders. Als de veldintensiteit die is gemeten in de omgeving waar
het apparaat zich bevindt, het geschikte RF-waarnemingsniveau, zoals hierboven vermeld, overschrijdt,
moet het apparaat worden bewaakt om zeker te zijn dat het apparaat goed werkt. In het geval van
een abnormale werking, kunnen nieuwe maatregelen worden opgelegd, zoals het opnieuw uitlijnen of
verplaatsen van het apparaat.
b Boven de frequentieamplitude van 150 kHz tot 80 MHz, moet de veldintensiteit < 3 V/m zijn.
Wa arn
elektro magn eti sc he omgevi ng -
e mings
aanbe v eling en
nive au
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparaten
mogen, met betrekking tot het apparaat en de
bedrading, alleen worden gebruikt op een afstand
die niet kleiner is dan de afstand die is aanbevolen
en berekend met de geschikte vergelijking voor de
frequentie van de zender.
Aanbevolen afstand
d = 1,2 √P
3 Vrms
d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz
d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
waarbij P het maximale uitgangsvermogen van het
zendapparaat is in watt (W) volgens de specificaties van
de fabrikant en waarbij d de aanbevolen afstand in meter
3 V/m
(m) is.
De veldintensiteit van de vaste RF-zendapparaten, zoals
10 V/m
vastgesteld door middel van een elektromagnetisch
onderzoek
in elk frequentiebereik
Er kan storing optreden in de buurt van een apparaat dat
door het volgende symbool is geïdentificeerd:
LATEX
FREE
REF
20xx
moet lager zijn dan het waarnemingsniveau
a
.
b
NL