Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Chattanooga Rehab Gebruiksaanwijzing pagina 241

Inhoudsopgave

Advertenties

2 4 0
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 1 1 . 1 .4 s t i mul at ie - en e r g i e
Gebruik de energie die nodig is om een lichte dorsaalflexie te verkrijgen, die volstaat om te voorkomen dat
de voet tijdens het stappen valt. Er valt niets te winnen bij het verwekken van een krachtigere contractie,
aangezien die zich kan uitbreiden tot de antagonisten.
Activeer de contractie door op een willekeurige toets op een willekeurig kanaal te drukken. Aangezien
deze contractiefase zeer kort is, moet u de energie van kanaal 1 snel verhogen tot een bevredigende
dorsiflexie is bereikt.
1 6 . 1 1 . 2 s pa s tic i t e i t
herhaling
Spasticiteit of spastische hypertonie is een term die spieren beschrijft in geparalyseerde of paretische
toestand. Met onderverdeling in verscheidene graden van aandoening zijn volgende symptomen
kenmerkend: een verhoging van de spiertonus in de antizwaartekrachtspieren, hyperreflexie en clonus.
Tijdens een passieve uitrekking van een spastische spier merken we een weerstand bij het begin van de
beweging, die geleidelijk vermindert bij verdere uitrekking.
Hoe sneller de passieve uitrekking wordt uitgevoerd, des te groter is de weerstand.
Wanneer de beweging snel gebeurt en wordt aangehouden, kan clonus optreden, d.w.z. een contractiele
oscillatie van 5 tot 7 Hz die aanhoudt gedurende 40 tot 60 cycli, zolang de uitrekking wordt aangehouden.
Spasticiteit ontstaat door een aandoening van de piramidale banen van het centraal zenuwstelsel.
Deze onderbreking in de centrale controle geeft de activiteit vrij van de myotatische bewegingsreflex,
die hyperactief wordt. Omdat de bewegingsreflex verantwoordelijk is voor de spiertonus, ontwikkelt zich
overwegend een hypertonie in de antizwaartekrachtspieren (de strekkers van de onderste ledematen en
de buigers van de bovenste ledematen), aangezien die meer neuromusculaire banen bezitten dan hun
antagonisten.
Mettertijd evolueert de spasticiteit naar de retractie van de spier- en peesstructuren en een vermindering
van de gewrichtsamplitude van de beweging, wat kan leiden tot stijfheid en een decentrering van de
gewrichten.
Het gebruik van neuromusculaire elektrostimulatie (NMES)
Vanaf de neuromusculaire bundels vertrekken proprioceptieve afferente zenuwvezels, die zich enerzijds
rechtstreeks verbinden met de α-motorneuronen van dezelfde spier, en anderzijds indirect (via
interneuronen) verbonden zijn met de α-motorneuronen van de antagonistische spier. Het rekken van een
spier stimuleert daarom de proprioceptieve afferente zenuwvezels van de neuromusculaire bundels.
Die gaan enerzijds langs de monosynaptische weg de α-motorneuronen van de uitgerekte spier activeren
(myotatische strekreflex) en anderzijds via een interneuron de α-motorneuronen van de antagonist
blokkeren (wederzijdse inhibitiereflex).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

ThetaPhysio

Inhoudsopgave