8 7
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 4 . T H e o R i e V a n D e e l e k T R o T H e R a P i e
tWee VooRBeelden
Om niveau de drempel te doen bereiken, is een zeker volume water nodig (een bepaalde hoeveelheid
a - stromen van lange duur en met zwakke intensiteit
zwakke intensiteit), dan heeft een gedeelte van het water de tijd via weg te stromen en zuiger op te
elektrische ladingen). Als dit water traag wordt aangevoerd door de pomp (stroom van lange duur en met
groter moeten zijn omdat niveau nu het hoger liggende punt moet bereiken. Bovendien vloeit ook
tillen en zo de drempel te verhogen (accommodatie). De hoeveelheid vloeistof (de stroom) zal dus veel
nog een belangrijke hoeveelheid vloeistof van terug naar via kraan . Het is duidelijk dat al deze extra
hoeveelheden die moet aanvoeren, wijzen op een ongunstige stimulatiestroom.
De tijden die we hier bedoelen, liggen in de buurt van stimulatieconstante .
B - stromen van korte duur en met hogere intensiteit
er bijna geen vloeistof door is gepasseerd, stijgt de vlotter bijna niet en is de accommodatie daarom
Aangezien het debiet in dit geval hoog is, zal de werking van de pomp van korte duur zijn. Aangezien
te verwaarlozen. Een bepaalde hoeveelheid water keert echter toch terug door en moet worden
gecompenseerd door .
Het is op deze stroomtypes dat de wet van Weiss van toepassing is (zie de fundamentele wet van de
elektrostimulatie).
Q = q + it or I t = q + it
Q is de totale hoeveelheid vloeistof die door wordt aangevoerd met
I = intensiteit van de stimulatiestroom
t = mpulsduur
q is het vloeistofvolume dat Vo van So scheidt, d.w.z. de hoeveelheid ladingen
die nodig zou zijn als er geen lek zou zijn, m.a.w. als de membraanpotentiaal
ogenblikkelijk zou veranderen en niet exponentieel volgens een tijdconstante .
is de hoeveelheid vloeistof die terugstroomt van naar via kraan K .
afb. 4