2 6 5
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 1 4 .4 po st p ar t ump r ev e n ti e
Een zwangerschap en een bevalling in nog sterkere mate, leiden tot een aanzienlijk trauma in het
bekkengebied. Dit trauma kan uiteenlopende gevolgen hebben: spierverrekking, spierscheuring, gedeeltelijke
denervatie, verlies van lichaamsschema, verlies van kracht en controle van de dwarsgestreepte
bekkenbodemmusculatuur, enz. Incontinentie is een vrij frequent voorkomend gevolg. Daarom wordt een
preventieve postpartum-revalidatiebehandeling door neuromusculaire elektrostimulatie aangeraden.
1 6 . 1 4 .4 . 1 p r o to co l
Postpartumpreventie:
Week 1 – 3.
6 tot 8 weken na de bevalling kan worden begonnen met de behandeling.
1 6 . 1 4 .4 . 2 B ehan d el i ng s f r e q u e n ti e
Drie sessies per week.
1 6 . 1 4 .4 . 3 pl aa t si n g v an d e e l e k tr ode n
Gebruik van een intravaginale sonde.
1 6 . 1 4 .4 .4 p o sit ie v an d e p a t i ë nt
De patiënte ligt in rugligging op een bank met een kussen onder de onderrug, met de knieën gebogen in
een hoek van 90° waarbij de voeten plat op de bank staan.
1 6 . 1 4 .4 . 5 s ti m u l at ie - ene r g i e
Er dient altijd te worden gewerkt met het maximale energieniveau dat de patiënt kan verdragen. Het
is daarom van belang dat de energie gedurende de sessie elke 3 tot 4 contracties wordt verhoogd. De
therapeut speelt een bepalende rol en moet de patiënte geruststellen en haar aanmoedigen te werken
met de sterkst mogelijke contracties.