1 9 7
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 . 5 Be ha nd e l i n g v an h e t p at e l l ofe m or a a l s y ndr oom
A Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen twee typen van het patellofemoraal syndroom:
1. Met een slecht sporende patella, wat betekent dat de patella niet centraal in de trochleaire groeve loopt,
wordt doorgaans lateraal getrokken.
2. Met een slecht sporende patella, m.a.w. met een gecentreerd patellofemoraal syndroom, zoals bij
posttraumatische chondropathie.
De voorgestelde protocollen zijn vooral gebaseerd op de onderzoeken die zijn uitgevoerd door Dr. Gobelet
((Hôpital Universitaire de Lausanne, service de médecine physique) en door Dr. Drhezen (Ecole Supérieure
de Kinésithérapie, Luik, België).
1 6 . 5 . 1 l at e r al e s p o r i n g
Een essentiële oorzaak van het slecht sporen van de patella wordt bepaald door een disbalans tussen de
verschillende koppen van de quadricepsspier.
Een bijzonder belangrijke zwakte van de vastus medialis in vergelijking met de vastus lateralis zorgt
voor een laterale verplaatsing van de patella met een overdruk tussen de condylus lateralis en het
aangrenzende retropatella-oppervlak.
De specifieke versterking van de vastus medialis is de ideale manier om deze pathologie te behandelen.
Deze kan efficiënt worden verbeterd met elektrostimulatie.
1 6 . 5 . 1 . 1 p r o to co l
Patellofemoraal syndroom niveau 2: Weken 1 - 2
Patellofemoraal syndroom niveau 3: Weken 3 – 4
Als de patiënt gekoppelde pijnsymptomen ervaart, kan de TENS-stimulatie worden uitgevoerd als
aanvulling op de andere kanalen.
In dat geval moeten de specifieke praktische regels voor TENS (elektrodeplaatsing, regeling van intensiteit)
worden nageleefd voor elk kanaal dat hiervoor wordt gebruikt.
1 6 . 5 . 1 . 2 Fr e q u ent ie v an d e b eha n d e l in g
Drie sessies per week.