1 9 6
R E H A B / T H E TA / P H Y S I O
NL
1 6 . H o e D e R e H a b / T H e T a / P H y s i o T e g e b R u i k e n
b i j s P e c i f i e k e i n D i c a T i e s .
1 6 .4 . 5 Ve r wa n t e o e f en i ng e n
gedurende de eerste twee weken:
Bij elke contractie die wordt opgewekt door de stimulatie, moet de patiënt:
• Langzaam uitademen
• De buik intrekken
• Het lichaam uitrekken langs zijn as
De patiënt keert dan tijdens de rustfase terug naar de beginpositie en ademt langzaam in.
gedurende de volgende twee weken:
De basis van de oefeningen blijft dezelfde: het combineren van een elektrisch geïnduceerde contractie met
uitademen, intrekken van de buik en uitrekken van het lichaam.
Afhankelijk van de evolutie van de patiënt, kan het volgende geleidelijk worden toegevoegd aan de
oefeningen:
• Extra beweging van een van de bovenste ledematen: een arm optillen
• Extra beweging van een van de onderste ledematen: een voet van de vloer heffen
• Snelle bewegingen van de twee armen: gooien en vangen van een bal
• enz.
1 6 .4 .6 st im ul at ie - e ne r g i e
Bij NMES is de stimulatie-energie rechtstreeks verantwoordelijk voor de ruimtelijke rekrutering: hoe hoger
de stimulatie-energie, hoe meer motorische eenheden worden geactiveerd en hoe groter impact van de
vooruitgang. Als algemene regel geldt dat u de energie altijd moet proberen te verhogen tot het maximum
dat door de patiënt kan worden verdragen. De therapeut speelt een bepalende rol: hij moet de patiënt
geruststellen en hem ertoe aanzetten te werken met de sterkst mogelijke contracties.
Het opdrijven van het energieniveau moet tijdens de sessie, maar ook van sessie tot sessie gebeuren,
aangezien patiënten snel wennen aan de techniek.