NC-alarmen
Verklaring:
Voor blokken waarin "Precieze stop" actief is, moet de as na de positioneertijd in het asspecifieke MD36020
$MA_POSITIONING_TIME het precieze-stopvenster bereikt hebben.
Precieze stop ruw: MD36000 $MA_STOP_LIMIT_COARSE
Precieze stop fijn: MD36010 $MA_STOP_LIMIT_FINE
Het alarm kan met MD11412 $MN_ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY geherprojecteerd worden (kanaal niet
bedrijfsklaar).
Reactie:
BAG niet bedrijfsklaar.
NC schakelt in navoerbedrijf.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
Oplossing:
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service. Controleren of de precieze-stopgrenzen (ruw en fijn)
overeenstemmen met de dynamische mogelijkheden van de assen, anders vertroten - evt. in combinatie met de
positioneertijd in MD36020 $MA_POSITIONING_TIME.
Toerentalregelaar-/positieregelaaroptimalisatie controleren; versterkingen zo hoog mogelijk kiezen.
Instelling van de KV-factor (MD32200 $MA_POSCTRL_GAIN) controleren, eventueel verhogen.
Voortzetting
Met RESET-toets in alle kanalen van deze BAG alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
25100
As %1 meetsysteemomschakeling niet mogelijk
Parameter:
%1 = Asnaam, spilnummer
Verklaring:
Voor de aangevraagde meetgeveromschakeling ontbreken de voorwaarden:
1. De nieuwe geselecteerde gever moet op actief geschakeld zijn: DB380x DBX1.5 / 1.6 = 1 (positiemeetsysteem 1/2)
2. Het act.-waardeverschil tussen beide gevers is groter dan de waarde in de asspecifieke machineparameter MD36500
$MA_ENC_CHANGE_TOL (maximale tolerantie bij act. positiewaarde-omschakeling).
Afhankelijk van de NC/PLC-naadpuntsignalen DB380x DBX1.5 (positiemeetsysteem 1) en DB380x DBX1.6
(positiemeetsysteem 2) wordt de activering van het desbetreffende meetsysteem uitgevoerd, d.w.z. dat met dit
meetsysteem nu de positieregeling wordt uitgevoerd. Het andere meetsysteem wordt op navoerbedrijf geschakeld. Als
beide naadpuntsignalen op "1" staan, is alleen het 1e meetsysteem actief. Als beide naadpuntsignalen op "0" staan, wordt
de as geparkeerd.
De omschakeling gebeurt onmiddellijk met de wissel van de naadpuntsignalen, ook bij bewegende as!
Reactie:
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm.
Oplossing:
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service. Bij het refereren van de actieve actuele positiewaardegever wordt
na afsluiting van fase 3 ook het actuele-waardensysteem van de inactieve gever op hetzelfde referentiepunt geplaatst.
Een later positieverschil tussen de twee actuele-waardensystemen kan alleen door een geverdefect of een mechanische
verschuiving tussen de gevers ontstaan zijn.
- Controle van de geversignalen, actuele-waardenkabel, stekker.
- Controle van de mechanische bevestiging (verschuiving van de meetkop, mechanische wrong mogelijk).
- MD36500 $MA_ENC_CHANGE_TOL vergroten.
Een voortzetting van het programma is niet mogelijk. Het programma moet met RESET onderbroken worden, daarna kan
de programma-uitvoering opnieuw begonnen worden met NC-START, evt. op het onderbrekingspunt na "Blokvoorloop
met/zonder berekening".
Voortzetting
Met RESET-toets alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
25105
As %1 meetsystemen lopen uiteen
Parameter:
%1 = Asnaam, spilnummer
394
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen