Oplossing:
a. Geverinstelling (machinereferentie) controleren resp. gever opnieuw instellen.
b. Gever vervangen, geverkabel vervangen resp. afschermen (of nulmarkeringsbewaking deactiveren).
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
25030
As %1 actuele snelheid alarmgrens
Parameter:
%1 = Asnaam, spilnummer
Verklaring:
Als de as minstens één actieve gever heeft, wordt de actuele snelheid van de as cyclisch in IPO-takt gecontroleerd. Als
er geen fout bestaat, kan de actuele snelheid nooit groter worden dan vastgelegd in de asspecifieke machineparameter
MD36200 $MA_AX_VELO_LIMIT (drempelwaarde voor snelheidsbewaking). Deze drempelwaarde in [mm/min, o/min]
wordt ca. 5 - 10 % groter ingevoerd dan bij de maximale verplaatsingssnelheid kan voorkomen. Door aandrijvingsfouten
kunnen snelheidsoverschrijdingen voorkomen, die het alarm veroorzaken.
Het alarm kan met MD11412 $MN_ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY geherprojecteerd worden (kanaal niet klaar
voor gebruik).
Reactie:
BAG niet bedrijfsklaar.
NC schakelt in navoerbedrijf.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
Oplossing:
Verwittig het bevoegde personeel/service.
- Toerentaldoelwaardekabel (buskabel) controleren.
- Actuele waarden en positieregelrichting controleren.
- Positieregelrichting wijzigen als de as ongecontroleerd doorgaat -> asspecifieke MD32110 $MA_ENC_FEEDBACK_POL
[n] = < -1, 0, 1 >.
- Bewakingsgrenswaarde in MD36200 $MA_AX_VELO_LIMIT verhogen.
Voortzetting
Met RESET-toets in alle kanalen van deze BAG alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
25040
As %1 stilstandbewaking
Parameter:
%1 = Asnaam, spilnummer
Verklaring:
De NC bewaakt het behoud van de positie bij stilstand. Gestart wordt de bewaking na een asspecifiek instelbare tijd in de
machineparameter MD36040 $MA_STANDSTILL_DELAY_TIME, nadat de interpolatie afgesloten werd. Er wordt
permanent gecontroleerd of de as binnen de tolerantiegrenzen in MD36030 $MA_STANDSTILL_POS_TOL blijft.
De volgende gevallen zijn mogelijk:
1. Het NC/PLC-naadpuntsignaal DB380x DBX2.1 (regelaarvrijgave) is nul, daar de as mechanisch geklemd is. Door
mechanische invloeden (bijv. hoge bewerkingsdruk) wordt de as uit de toegelaten positietolerantie gedrukt.
2. Bij gesloten positieregelkring (zonder klemming) - NC/PLC-naadpuntsignaal DB380x DBX2.1 (regelaarvrijgave) is "1"
- wordt de as door hoge mechanische krachten bij een kleine versterking in de positieregelkring uit haar positie gedrukt.
Het alarm kan met MD11412 $MN_ALARM_REACTION_CHAN_NOREADY geherprojecteerd worden (kanaal niet klaar
voor gebruik).
Reactie:
BAG niet bedrijfsklaar.
NC schakelt in navoerbedrijf.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm.
Kanaal niet bedrijfsklaar.
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
391