Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
- Werkstukprogramma wijzigen
- Machineparameter wijzigen
- Controle of SBL2 geselecteerd is. Bij SBL2 wordt uit elke werkstukprogrammaregel een blok gegenereerd, waardoor het
toegelaten aantal lege blokken tussen twee verplaatsingsblokken overschreden kan worden.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
10763
[Kanaal %1: ] Blok %2 Baancomponent van blok in correctievlak wordt nul.
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Door de botsingbewaking bij actieve gereedschapsradiuscorrectie wordt het baancomponent van het blok in het
correctievlak nul. Als het originele blok geen bewegingsinformatie verticaal t.o.v. correctievlak bevat, dan wordt dit blok
overgeslagen.
Het alarm kan met machineparameter MD 11410 $MN_SUPPRESS_ALARM_MASK bit1 = 1 onderdrukt worden.
Door de botsingbewaking bij actieve gereedschapsradiuscorrectie wordt het baancomponent van het blok in het
correctievlak nul. Als het originele blok geen bewegingsinformatie verticaal t.o.v. correctievlak bevat, dan wordt dit blok
overgeslagen.
Reactie:
Alarmweergave
Oplossing:
- Het gedrag is correct op nauwe plekken, die met het actieve gereedschap niet bewerkt kunnen worden.
- Werkstukprogramma indien nodig wijzigen.
- Indien nodig, gereedschap met kleinere radius gebruiken.
- CDOF/CDOF2 programmeren.
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
10764
[Kanaal %1: ] Blok %2 Discontinue baan bij actieve gereedschapsradius
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Dit alarm treedt op als bij een actieve gereedschapsradiuscorrectie het voor de correctiebeweging gebruikte startpunt niet
gelijk is aan het eindpunt van het voorgaande blok. Dit geval kan bijv. optreden als een geometrie-as tussen twee blokken
als positioneeras wordt verplaatst of als bij een actieve kinematische transformatie (bijv. 5-astransformatie) de
gereedschapslengtecorrectie gewijzigd wordt.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
Werkstukprogramma wijzigen.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
10765
[Kanaal %1: ] Blok %2 3D-gereedschapsradiuscorrectie niet mogelijk
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Dit alarm treedt op als gepoogd werd de 3D-gereedschapsradiuscorrectie te activeren, alhoewel de daarvoor nodige optie
niet aanwezig is in de besturing.
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
109