NC-alarmen
Voortzetting
Met RESET-toets alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
12641
[Kanaal %1: ] Blok %2 Maximale nestdiepte controlestructuren overschreden
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer
Verklaring:
Max. nestingdiepte van controlestructuren (IF-ELSE-ENDIF, LOOP-ENDLOOP etc.) overschreden. De max. nestingdiepte
bedraagt momenteel 8.
Reactie:
Interpreterstop
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Werkstukprogramma corrigeren. Evt. delen in een onderprogramma onderbrengen.
Voortzetting
Met RESET-toets alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
12650
[Kanaal %1: ] blok %2 Asaanduiding %3 verschillend in kanaal %4
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer
%3 = Bronsymbool
%4 = Kanaalnummer met afwijkende asdefinitie
Verklaring:
In cycli die bij Power On voorbereid worden, mogen alleen de geometrie- en kanaalasaanduidingen worden gebruikt, die
in alle kanelen met dezelfde betekenis aanwezig zijn. De asaanduiding is in verschillende kanalen bezet met verschillende
asindices.
De definitie van de asaanduidingen gebeut via de machineparameters MD20060 $MC_AXCONF_GEOAX_NAME_TAB
en MD20080 $MC_AXCONF_CHANAX_NAME_TAB. Voorbeeld: C is in kanaal 1 de 4e en in kanaal 2 de 5e kanaalas.
Als de asaanduiding C in een cyclus wordt gebruikt die bij Power On wordt voorbereid, dan verschijnt dit alarm.
Reactie:
Interpreterstop
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service.
1. Machineparameters wijzigen: de aanduidingen voor geometrie- en kanaalassen in alle kanalen identiek kiezen.
Voorbeeld: de geometrieassen heten in alle kanalen X, Y, Z. Deze mogen dan ook in voorbewerkte cycli direct
geprogrammeerd worden.
2. De as niet direct in de cyclus programmeren maar als parameter van het type as definiëren. Voorbeeld: cyclusdefinitie:
PROC BOHRE(AXIS BOHRACHSE) G1 AX[BOHRACHSE]=10 F1000 M17
Oproep uit het hoofdprogramma:
BOHRE(Z)
Voortzetting
Met RESET-toets alarm wissen. Werkstukprogramma herstarten.
programma:
12660
[Kanaal %1: ] Blok %2 Bewegingssynchroonactie: variabele %3 voor bewegingssynchroonacties
en technologiecycli gereserveerd
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer
%3 = Variabelenaam
Verklaring:
De aangegeven variabele mag alleen in bewegingssynchroonacties of technologiecycli gebruikt worden. '$R1' mag
bijvoorbeeld alleen in bewegingssynchroonacties staan. In het normale werkstukprogramma worden R-parameters met
R1 geprogrammeerd.
158
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen