SINAMICS-alarmen
Oorzaak:
Voor de ingestelde communicatie-klokcyclus zijn te veel DRIVE-CLiQ-componenten aangesloten op een streng van de
Control Unit.
Storingswaarde (r0949, hexadecimaal interpreteren):
xyy hex: x = foutoorzaak, yy = componentnummer of aansluitnummer.
1yy:
De communicatie-klokcyclus van de DRIVE-CLiQ-aansluiting op de Control Unit volstaat niet voor alle leestransfers.
2yy:
De communicatie-klokcyclus van de DRIVE-CLiQ-aansluiting op de Control Unit volstaat niet voor alle schrijftransfers.
3yy:
De cyclische communicatie is volledig belast.
4yy:
De DRIVE-CLiQ-cyclus begint voor het vroegste einde van de applicatie. Een bijkomende dode tijd in de regeling is
onvermijdelijk. Met levenstekenfouten moet gerekend worden.
Aan de voorwaarden voor bedrijf met een stroomregelingsaftasttijd van 31.25 µs werd niet voldaan.
5yy:
Interne bufferoverloop bij nuttige gegevens van een DRIVE-CLiQ-verbinding.
6yy:
Interne bufferoverloop bij ontvangstgegevens van een DRIVE-CLiQ-verbinding.
7yy:
Interne bufferoverloop bij zendgegevens van een DRIVE-CLiQ-verbinding.
8yy:
Componentenklokcycli kunnen niet met elkaar worden gecombineerd.
900:
Het kleinste gemene veelvoud van de klokcycli in het systeem is te groot om te kunnen worden bepaald.
901:
Het kleinste gemene veelvoud van de klokcycli in het systeem kan met de hardware niet worden gegenereerd.
Oplossing:
- Controleer de DRIVE-CLiQ aansluiting.
- Verlaag het aantal componenten van de desbetreffende DRIVE-CLiQ streng en verdeel die over andere DRIVE-CLiQ
bussen van de Control Unit. Op die manier wordt de communicatie gelijkmatig verdeeld over verschillende strengen.
Bij storingswaarde = 1yy - 4yy bovendien:
- Verhoog de aftasttijden (p0112, p0115, p4099). Bij DCC of FBLOCKS eventueel de toewijzing van de afloopgroep
(p21000, p20000) zodanig wijzigen dat de aftasttijd wordt verhoogd (r21001, r20001).
- Verlaag eventueel het aantal cyclisch berekende blokken (DCC) of functieblokken (FBLOCKS).
- Reduceer de functiemodules (r0108).
- Zorg dat aan de voorwaarden voor bedrijf met een stroomregelingaftasttijd van 31.25 µs wordt voldaan (aan de DRIVE-
CLiQ streng met deze aftasttijd enkel Motor Modules en Sensor Modules aansluiten en enkel een toegelaten Sensor
Module gebruiken (bijv. SMC20, dit wil zeggen een 3 op de laatste positie van het bestelnummer)).
- Bij een NX moet de bijbehorende Sensor Module voor een eventueel aanwezig tweede meetsysteem op een vrije DRIVE-
CLiQ bus van de NX worden aangesloten.
Bij storingswaarde = 8yy bovendien:
- De instellingen van de klokcyclus (p0112, p0115, p4099) controleren. Klokcycli aan een DRIVE-CLiQ streng moeten
integrale veelvouden van elkaar zijn. Als klokcyclus van een streng gelden alle klokcycli van alle aandrijvingsobjecten in
de vooraf vermelde parameters die componenten in de gerelateerde streng hebben.
Bij storingswaarde = 9yy bovendien:
- Controleer de instellingen van de klokcyclus (p0112, p0115, p4099). Hoe kleiner het numerieke waardeverschil tussen
twee klokcycli is, hoe groter het kleinste gemene veelvoud wordt. Dit geldt in toenemende mate wanneer de numerieke
waarden van de klokcycli groter worden.
201341
<Aanduiding locatie>Topologie: maximaal aantal DRIVE-CLiQ componenten overschreden
Meldingswaarde:
-
Aandrijvingsobject: Alle objecten
Reactie:
GEEN
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
616
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen