Oplossing:
Principieel het aantal symbolen in de betrokken module reduceren.(evt. door gebruik van de array-techniek of R-
parameters), of de desbetreffende machineparameters aanpassen (zie lager).
MD28020 $MC_MM_NUM_LUD_NAMES_TOTAL bij fout in LUD-bouwstenen (d.w.z. als in het actieve
werkstukprogramma meer variabelendefinities werden gemaakt dan toegelaten in MD)
GUD-gegevensbouwstenen kunnen in het kader van de procedure 'initial.ini download' (bijv. bij serie-inbedrijfstelling) of
door selectieve activering per PI-dienst _N_F_COPY (GUD via HMI-dialoog activeren) fouten veroorzaken. Als het alarm
15180 naar een GUD-definitiebestand verwijst, dan zijn de machineparameters MD18120
$MN_MM_NUM_GUD_NAMES_NCK resp. MD18130 $MN_MM_NUM_GUD_NAMES_CHAN op een te kleine waarde
ingesteld.
Macro's worden bij POWER ON/NCK-RESET of selectief per PI-dienst _N_F_COPY (macro via HMI-dialoog activeren)
geladen. Als het alarm 15180 naar een macro-definitiebestand verwijst, is de machineparameter MD18160
$MN_MM_NUM_USER_MACROS op een te kleine waarde ingesteld.
Cyclusprogrammadefinities (PROC-instructie) worden bij POWER ON/NCK-RESET opnieuw geladen. Bij een fout meldt
parameter %3 of de naam van het cyclusprogramma het probleem veroorzaakt - in dat geval moet de waarde van de
machineparameter MD18170 $MN_MM_NUM_MAX_FUNC_NAMES vergroot worden - of de naam van een
cyclusoproepparameter het probleem veroorzaakt - dan moet de waarde van de machineparameter MD18180
$MN_MM_NUM_MAX_FUNC_PARAM vergroot worden.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12470
[Kanaal %1: ] Blok %2 G-functie %3 is onbekend
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = Bron-string
Verklaring:
Bij indirect geprogrammeerde G-functies is een ongeldig of niet toegelaten groepsnummer geprogrammeerd. Toegelaten
groepsnummers = 1. en 5 - max. aantal G-groepen. In het aangegeven blok werd een niet gedefinieerde G-functie
geprogrammeerd. Er worden alleen "echte" G-functies worden gecontroleerd die met het adres G beginnen, bijv. G555.
"Benoemde" G-functies, zoals CSPLINE, BRISK, e.d. worden als onderprogramma's geïnterpreteerd.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Toets NC-stop bedienen en met de softkey PROGRAMMA CORRECT. de functie "Correctieblok" selecteren. De
correctiewijzer gaat op het foute blok staan. Op basis van de programmeerhandleiding van de machinefabrikant moet
beslist worden of de weergegeven G-functie principieel niet aanwezig of mogelijk is, of een herprojectering van een
standaard-G-functie (resp. OEM-inbrenging) werd uitgevoerd. G-functie uit het werkstukprogramma verwijderen of functie-
oproep programmeren volgens de programmeerhandleiding van de machinefabrikant.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12475
[Kanaal %1: ] Blok %2 ongeldig G-functienummer %3 geprogrammeerd
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = G-codenummer
Verklaring:
Bij de indirecte G-code-programmering werd voor een G-groep een ongeoorloofd G-functienummer (parameter 3)
geprogrammeerd. Toegelaten zijn de in "Basisprincipes" hoofdst. 12.3 "Lijst van de G-functies/wegvoorwaarden"
aangegeven G-functienummers.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Werkstukprogramma corrigeren.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
147