Siemens SINUMERIK 828D Handboek pagina 172
Verberg thumbnails
Zie ook voor SINUMERIK 828D:
- Bedieningshandboek (380 pagina's) ,
- Bedieningshandboek (826 pagina's) ,
- Bedieningshandboek (436 pagina's)
Advertenties
NC-alarmen
Verklaring:
Bij de cirkelinterpolatie liggen de cirkelradii voor het beginpunt en het eindpunt of de cirkelmiddelpunten verder uiteen dan
blijkt uit de machineparameters.
1. Bij de radiusprogrammering zijn start- en eindpunt identiek. Daarom wordt de positie van de cirkel niet bepaald door
start- of eindpunt.
2. Radii: de NCK berekent uit het actuele startpunt en de overige geprogrammeerde cirkelparameters de radii voor het
start- en eindpunt.
De alarmmelding ontstaat als het verschil van de cirkelradii
- groter is dan de waarde in MD21000 $MC_CIRCLE_ERROR_CONST (bij kleine radii, als de geprogrammeerde radius
kleiner is dan het quotiënt van de machineparameters MD21000 $MC_CIRCLE_ERROR_CONST gedeeld door MD21010
$MC_CIRCLE_ERROR_FACTOR) of
- groter is dan de geprogrammeerde radius vermenigvuldigd met MD21000 $MC_CIRCLE_ERROR_FACTOR (bij grote
radii, als de geprogrammeerde radius groter is dan het quotiënt van de machineparameters MD21010
$MC_CIRCLE_ERROR_CONST gedeeld door MD21010 $MC_CIRCLE_ERROR_FACTOR).
3. Middelpunten: met de cirkelradius t.o.v. het startpunt wordt een nieuw cirkelmiddelpunt. Deze licht op de centrale
loodrechte, die op de verbindingsrechte tussen cirkelbegin- en cirkeleindpunt werd geplaatst. De hoek in de boogmaat
tussen de beide rechten van het startpunt naar het op die manier berekende middelpunt moet kleiner zijn dan de wortel
uit 0.001 (stemt ongeveer overeen met 1,8 graden).
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service.
MD21000 $MC_CIRCLE_ERROR_CONST en MD21010 $MC_CIRCLE_ERROR_FACTOR controleren. Als deze
waarden zich binnen redelijke grenzen bevinden, moet het cirkeleindpunt resp. het cirkelmiddelpunt van het
werkstukprogrammablok preciezer worden geprogrammeerd.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
14045
[Kanaal %1: ] Blok %2 Fout bij tangentiaalcirkelprogrammering
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Het alarm kan de volgende oorzaken hebben:
Bij de tangentiële kringprogrammering is de tangente-richting niet gedefinieerd, bijv. omdat voor het actuele blok nog geen
ander verplaatsingsblok geprogrammeerd werd. Vanaf het start- en eindpunt en de tangente-richting kan geen cirkel
gevormd worden, daar het eindpunt van het startpunt gezien in de tegenovergestelde richting ligt dan aangegeven door
de tangente.
Er kan geen tangentiële kring gevormd worden, daar de tangente verticaal op het actieve vlak staat.
In het speciale geval dat de tangentiële kring overgaat in een rechte, werden met TURN meerdere volledige
cirkelomwentelingen geprogrammeerd.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
Werkstukprogramma wijzigen.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
14048
[Kanaal %1: ] Blok %2 Verkeerde omwentelingssnelheid bij cirkelprogrammering
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Bij de cirkelprogrammering werd een negatief aantal volle omwentelingen aangegeven.
Het toerental mag niet negatief en niet groter dan 1000000 zijn.
172
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen
Advertenties
