17190
[Kanaal %1: ] Blok %2 Ongeldig T-nummer %3
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = T-nummer
Verklaring:
In het aangegeven blok wordt een gereedschap gebruikt dat niet gedefinieerd en daardoor niet aanwezig is. Het
gereedschap is door zijn T-nummer, zijn naam of zijn naam en zijn duplonummer benoemd.
Wanneer de functie T=magazijnplaats is geactiveerd en geprogrammeerd, verwijst het geprogrammeerde T-nummer naar
het magazijnplaatsnummer. In dat geval kan het alarm aangeven dat het geprogrammeerde magazijnplaatsnummer
ongeldig is.
Wanneer de functie T=magazijnplaats is geactiveerd en geprogrammeerd en bovendien de functie Multitool is geactiveerd
en in de programmalijn MTL is geprogrammeerd, kan het alarm bovendien aangeven dat op de plaats die met
T=magazijnplaats is geprogrammeerd,
zich geen Multitool bevindt, of dat zich geen gereedschap bevindt op de Multitoolplaats die met MTL is geprogrammeerd.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Gereedschapsoproep in het NC-werkstukprogramma controleren:
- Correct gereedschapsnummer T.. geprogrammeerd?
- T=magazijnplaats programmering: correct magazijnplaatsnummer geprogrammeerd?
- MTL programmering: bevindt zich op de geprogrammeerde magazijnplaats een Multitool of bevindt zich een gereedschap
op de geprogrammeerde Multitoolplaats?
- Gereedschapsparameters P1 - P25 gedefinieerd? De afmetingen van de gereedschapssnijkant moeten vooraf via het
bedieningspaneel of de V.24-interface ingevoerd zijn.
Beschrijving van de systeemvariabelen $P_DP x [n, m]
n ... bijbehorend gereedschapsnummer T
m ... snijkantnummer D
x ... parameternummer P
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
17191
[Kanaal %1: ] Blok %2 T= %3 bestaat niet, programma %4
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = T-nummer of T-aanduiding
%4 = Programmanaam
Verklaring:
Er werd een gereedschapsaanduiding geprogrammeerd, die NCK niet kent.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Als de programmawijzer op een NC-blok staat die de vermelde T-aanduiding bevat: als het programma fout is, de fout
verhelpen met een correctieblok en het programma voortzetten. Als de record ontbreekt, legt u een nieuwe record aan.
D.w.z. de record van het gereedschap met alle gedefinieerde D-nummers naar NCK laden (via MMC, met overschrijven)
en dan het programma voortzetten.
Als de programmawijzer op een NC-blok staat dat de genoemde T-aanduiding niet bevat: de fout trad al vroeger in het
programma op bij de programmering van T. Het alarm wordt echter pas gemeld met het wisselcommando.
Als het programma fout is - T5 i.p.v. T55 geprogrammeerd - kan met een correctieblok het actuele blok gecorrigeerd
worden; d.w.z. dat het blok bijv. van M06 gecorrigeerd kan worden op T55 M06. De foute regel T5 blijft dan in het
programma tot dit wordt afgesloten met RESET of het programma-einde.
Bij complexere programmastructuren met indirecte programmering kan het gebeuren dat er geen correctie van het
programma mogelijk is. In dat geval kan alleen nog lokaal worden ingegrepen, met een overschrijfblok - in dit voorbeeld
met T55. Als de record ontbreekt, legt u een nieuwe record aan. D.w.z. de record van het gereedschap met alle
gedefinieerde D-nummers naar NCK laden (via MMC, met overschrijven), met overschrijven T programmeren en dan het
programma voortzetten.
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
309