SINAMICS-alarmen
Oplossing:
- De motorbelasting verlagen.
- De omgevingstemperatuur en de motorventilatie controleren.
- De bedrading en de aansluiting van de temperatuursensor controleren.
- De bewakingsgrenzen controleren.
- Het gevertype controleren (p0404).
- Het motortype controleren (p0300, p0301).
- De activering van het motortemperatuurmodel controleren (p0612).
- De parameters van het motortemperatuurmodel controleren.
- De gever controleren (p0404).
Zie ook: p0351, p0604, p0605, p0606, p0612, p0617, p0618, p0619, p0625, p0626, p0627, p0628, r5397
207012
<Aanduiding locatie>Aandrijving: motortemperatuurmodel 1/3 overtemperatuur
Meldingswaarde:
%1
Aandrijvingsobject: SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
GEEN
Bevestiging:
GEEN
Oorzaak:
Het motortemperatuurmodel 1/3 heeft een overschrijding van de waarschuwingsdrempel gedetecteerd.
Hysterese:2K.
Waarschuwingswaarde (r2124, decimaal interpreteren):
200:
Motortemperatuurmodel 1 (I2t): temperatuur te hoog (p0605).
300:
Motortemperatuurmodel 3: temperatuur te hoog (p5398).
Zie ook: r0034, p0351, p0605, p0611, p0612, p0613
Oplossing:
- Controleer de motorbelasting en reduceer deze zonodig.
- Controleer de omgevingstemperatuur van de motor.
- Activering van het motortemperatuurmodel controleren (p0612).
Motortemperatuurmodel 1 (I2t):
- Controleer de thermische tijdconstante (p0611).
- Controleer de waarschuwingsdrempel (p0605).
Motortemperatuurmodel 3:
- Motortype controleren.
- Waarschuwingsdrempel controleren (p5398).
- Modelparameters controleren.
Zie ook: r0034, p0351, p0605, p0611, p0612, r5397
207013
<Aanduiding locatie>Aandrijving: motortemperatuurmodel configuratie fout
Meldingswaarde:
%1
Aandrijvingsobject: SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
UIT2 (GEEN, STOP2, UIT1, UIT3)
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
774
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen