14710
[Kanaal %1: ] Blok %2 fout in initialisatiesequentie bij functie %3
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = Code voor de veroorzakende functie
Verklaring:
Na start van de besturing, (pogramma-)RESET en (programma-)START worden afhankelijk van de machineparameters
MD20110 $MC_RESET_MODE_MASK en MD20112 $MC_START_MODE_MASK initialisatieblokken gegenereerd (of
niet gegenereerd).
Daarbij kunnen als gevolg van foute machineparameterinstellingen fouten optreden. De fouten worden met dezelfde
foutmeldingen uitgegeven die gegeven worden als de functie incorrect werd geprogrammeerd in het werkstukprogramma.
Om duidelijk te maken dat een fout betrekking heeft op de initialisatiesequentie, wordt ook dit alarm gegenereerd.
De parameter %3 geeft aan welke functie de oorzaak is voor het alarm:
Besturingsstart en (programma-)RESET:
Waarde:
0: Fout bij het synchroniseren voorloop/hoofdloop
1: Fout bij de selectie van de gereedschapslengtecorrectie
2: Fout bij de selectie van de transformatie
3: Fout bij de selectie van de nulpuntverschuiving
Tijdens het opstarten werden ook de macrodefinities en cyclusinterfaces ingelezen. Als hier een fout optreedt, dan wordt
dit gemeld met de waarde= 4 of de waarde= 5.
6: Fout bij het aanleggen van 2 1/2-D-veiligheidsbereiken bij het opstarten.
(programma-)START:
Waarde
100: Fout bij het synchroniseren voorloop/hoofdloop
101: Fout bij de selectie van de gereedschapslengtecorrectie
102: Fout bij de selectie van de transformatie
103: Fout bij de selectie van de synchroonspil
104: Fout bij de selectie van de nulpuntverschuiving
105: Fout na WRITE-lock op het geselecteerde programma
In het bijzonder bij actief gereedschapsbeheer is het mogelijk dat een geblokkeerd gereedschap op de spil resp. de
gereedschapshouder zit, dat toch geactiveerd moet worden.
Bij RESET worden deze gereedschappen zonder verder toedoen geactiveerd. Bij START kan daarenboven via de
machineparameter MD22562 $MC_TOOL_CHANGE_ERROR_MODE ingesteld worden of een alarm moet worden
gegenereerd of een automatische ontwijkingsstrategie moet worden gekozen.
Als parameter 3 waarden van 200 tot 203 bevat, dan betekent dit dat bij bepaalde commando's (ASUP-start, selectie van
overschrijven, teachen) niet voldoende NC-blokken voor de NC-blokvoorbereiding ter beschikking staan.
Remedie: MD28070 $MC_MM_NUM_BLOCKS_IN_PREP verhogen
Reactie:
Interpreterstop
Kanaal niet bedrijfsklaar.
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
221