NC-alarmen
Verklaring:
De selectie van de gereedschapsradiuscorrectie met G41/G42 mag alleen in blokken gebeuren waarin de G-functie G00
(ijlgang) of G01 (voeding) actief is.
In het blok met G41/G42 moet minstens één as van het vlak G17 tot G19 geschreven worden; aanbevolen zijn altijd beide
assen, daar bij de correctieselectie normaliter ook beide assen worden verplaatst.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
NC-programma corrigeren, correctieselectie in een blok met lineaire interpolatie leggen.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
10754
[Kanaal %1: ] Blok %2 Deselectie van gereedschapsradiuscorrectie alleen in lineair blok mogelijk
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
De deselectie van de gereedschapsradiuscorrectie met G40 mag alleen in blokken gebeuren waarin de G-functie G00
(ijlgang) of G01 (voeding) actief is.
In het blok met G40 moet minstens één as van het vlak G17 tot G19 geschreven worden; aanbevolen zijn altijd beide
assen, daar bij de correctiedeselectie normaliter ook beide assen worden verplaatst.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
NC-programma corrigeren, correctieselectie in een blok met lineaire interpolatie leggen.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
10755
[Kanaal %1: ] Blok %2 Selectie gereedschapsradiuscorrectie met KONT in actueel startpunt niet
mogelijk
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
Bij de activering van de freesradiuscorrectie met KONT ligt het startpunt van het aanloopblok binnen de correctiecirkel en
schendt daardoor al de contour.
Als de freesradiuscorrectie met G41/G42 wordt geselecteerd, dan bepaalt het aanloopgedrag (NORM of KONT) de
correctiebeweging als de momentele positie achter de contour ligt. Bij KONT wordt rond het geprogrammeerde beginpunt
(= eindpunt van het aanloopblok) een cirkel getrokken met de freesradius. De tangente, die door de momentele positie
loopt en de contour niet schendt, is de aanloopbeweging.
Als het startpunt binnen de correctiecirkel rond het doelpunt ligt, loopt er geen tangente door dit punt.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Lokale alarmreactie.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm op blokeinde.
Oplossing:
Selectie van de FRK zo plaatsen dat het startpunt van de aanloopbeweging buiten de correctiecirkel rond het doelpunt
komt te liggen (geprogrammeerde verplaatsingsbeweging > correctieradius). De volgende mogelijkheden staan ter
beschikking:
Selectie in vorig blok
Tussenblok invoegen
Aanloopgedrag NORM kiezen
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
106
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen