SINAMICS-alarmen
Oplossing:
- Vrij bewegen van de motor controleren.
- Effectieve momentgrens controleren (r1538, r1539).
- Parameter van de melding "Motor geblokkeerd" controleren en eventueel corrigeren (p2175, p2177).
- Inversie van de actuele waarde controleren (p0410).
- Aansluiting van de motorgever controleren.
- Impulsgetal van de gever controleren (p0408).
- Bij SERVO met geverloos bedrijf en motoren met laag vermogen (< 300 W) de impulsfrequentie verhogen (p1800).
- Na uitschakelen van de functiemodule "Eenvoudige positionering" (EPOS) de momentgrens motorisch (p1528) en
generatorisch (p1529) controleren en opnieuw aanpassen.
207901
<Aanduiding locatie>Aandrijving: motor overtoerental
Meldingswaarde:
-
Aandrijvingsobject: HLA_828, SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
Servo: UIT2 (IASC/DCBRK)
Hla: UIT2
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
Oorzaak:
Het maximaal toelaatbare positieve of negatieve toerental is overschreden.
Het maximaal toelaatbare positieve toerental wordt als volgt bepaald: minimum (p1082, CI: p1085) + p2162.
Het maximaal toelaatbare negatieve toerental wordt als volgt bepaald: maximum (p1082, CI: p1088) - p2162.
Oplossing:
Bij positieve draairichting geldt:
-r1084 controleren en eventueel p1082, CI: p1085 en p2162 corrigeren.
Bij negatieve draairichting geldt:
-r1087 controleren en eventueel p1082, CI: p1088 en p2162 corrigeren.
207902
<Aanduiding locatie>Aandrijving: motor gekipt
Meldingswaarde:
%1
Aandrijvingsobject: SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
UIT2 (GEEN, IASC/DCBRK, STOP2, UIT1, UIT3)
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
Oorzaak:
Het systeem heeft vastgesteld dat de motor langer was uitgeschakeld dan is ingesteld in p2178.
Storingswaarde (r0949, decimaal interpreteren):
1: Uitschakeldetectie via r1408.11 (p1744, p0492).
2: Uitschakeldetectie via r1408.12 (p1745) of via fluxverschil (r0083 ... r0084).
3: Uitschakeldetectie via r0056.11 (alleen voor synchroonmotoren met externe excitatie).
Zie ook: p2178
818
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen