Oorzaak:
Er is een fout vastgesteld in de interne referentiespanning van de ASICs voor gever 2.
Storingswaarde (r0949, decimaal interpreteren):
1: fout in referentiespanning.
2: interne onderspanning.
3: interne overspanning.
Oplossing:
De motor met DRIVE-CLiQ resp. de desbetreffende sensormodule vervangen.
232123
<Aanduiding locatie>Gever 2: signaalniveau A/B unipolair buiten tolerantie.
Meldingswaarde:
foutoorzaak: %1 bin
Aandrijvingsobject: HLA_828, SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
Servo: UIT1 (GEEN, IASC/DCBRK, UIT2, UIT3)
Hla: UIT1 (GEEN, UIT2, UIT3)
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
Oorzaak:
Het unipolaire niveau (AP/AN of BP/BN) voor gever 2 ligt buiten de toegelaten tolerantie.
Storingswaarde (r0949, binair interpreteren):
Bit 0 = 1: AP of AN buiten tolerantie.
Bit 16 = 1: BP of BN buiten tolerantie.
Nominaal moeten de unipolaire signaalniveaus van de gever in het bereik 2500 mV +/- 500 mV liggen.
De activeringsdrempels liggen bij < 1700 mV en bij > 3300 mV.
Aanwijzing:
De evaluatie van het signaalniveau wordt enkel uitgevoerd wanneer aan volgende voorwaarden is voldaan:
- Sensormodule eigenschappen zijn aanwezig (r0459.31 = 1).
- Bewaking geactiveerd (p0437.31 = 1).
Oplossing:
- EMC-conforme plaatsing van de geverleidingen en afscherming controleren.
- Stekkerverbindingen en contacten controleren.
- Controleren op kortsluiting in een signaalleiding met massa; bedrijfsspanning controleren.
- Geverleiding vervangen.
232125
<Aanduiding locatie>Gever 2: amplitudefout spoor A/B overstuurd
Meldingswaarde:
spoor A: %1, spoor B: %2
Aandrijvingsobject: HLA_828, SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
Servo: UIT1 (GEEN, IASC/DCBRK, STOP2, UIT2, UIT3)
Hla: UIT1 (GEEN, STOP2, UIT2, UIT3)
Bevestiging:
IMPULSBLOKKERING
Oorzaak:
De amplitude van spoor A of B bij gever 2 overschrijdt het toegelaten tolerantiebereik.
Storingswaarde (r0949, hexadecimaal interpreteren):
yyyyxxxx hex:
yyyy = signaalniveau van spoor B (16 bit met voorteken)
xxxx = signaalniveau van spoor A (16 bit met voorteken)
Nominaal moeten de signaalniveaus van de gever tussen 375 ... 600 mV liggen (500 mV -25/+20 %).
De activeringsdrempel ligt bij > 750 mV. Ook een oversturing van de A/D-omvormer veroorzaakt deze fout.
Een signaalniveau van 500 mv piekniveau komt overeen met getalwaarde 5333 hex = 21299 dec.
Aanwijzing voor sensormodule voor resolvers (bijv. SMC10):
Nominaal liggen de signaalniveaus bij 2900 mV (2.0 Veff). De activeringsdrempel ligt bij > 3582 mV.
Een signaalniveau van 2900 mV piekwaarde komt overeen met getalwaarde 6666 hex = 26214 dec.
Aanwijzing:
De analoge waarden van de amplitudefout zijn niet tegelijkertijd met de foutactivering van de hardware van de
sensormodule gemeten.
Oplossing:
- EMC-conforme plaatsing van de geverleidingen en afscherming controleren.
- Gever of geverleiding vervangen.
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
SINAMICS-alarmen
981