Oplossing:
Toets NC-stop bedienen en met de softkey PROGRAMMA CORRECT. de functie "Correctieblok" selecteren. De
correctiewijzer gaat op het foute blok staan. NC-werkstukprogramma afhankelijk van de boven aangegeven foutoorzaak
corrigeren.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12370
[Kanaal %1: ] Blok %2 Waardebereik voor %3 niet toegelaten
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = Bron-string
Verklaring:
Buiten een initialisatiemodule werd een variabele van een waardenbereik voorzien. De definitie van programma-globale
variabelen is alleen in speciale initialisatiebouwstenen toegelaten. Deze kunnen daarbij van een waardenbereik worden
voorzien.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Toets NC-stop bedienen en met de softkey PROGRAMMA CORRECT. de functie "Correctieblok" selecteren. De
correctiewijzer gaat op het foute blok staan.
Waardenbereikvermelding verwijderen (begint met sleutelwoord OF) of in de initialisatiemodule de variabele als globale
variabele definiëren en van een waardenbereik voorzien.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12380
[Kanaal %1: ] Blok %2 Maximale geheugengrootte bereikt
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
Verklaring:
De gegevensdefinities van dit blok kunnen niet uitgevoerd worden, daar het maximale geheugen dat het gegevensbeheer
ter beschikking stelt, uitgeput is of omdat de gegevensmodule geen verdere gegevens meer kan opnemen.
Het alarm kan ook optreden als meerdere onderprogramma-oproepen na elkaar uitgevoerd worden, zonder dat een blok
met machine-uitwerking (beweging, verwijltijd, M-functie) wordt gegenereerd.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Waarschuw a.u.b. het bevoegde personeel/de service. Aantal variabelen verminderen, velden verkleinen of inhoud van
het gegevensbeheer laten vergroten.
- Indien nieuwe macrodefinities ingebracht moeten worden -> machineparameter MD18160
$MN_MM_NUM_USER_MACROS verhogen
- Indien nieuwe GUD-definities ingebracht moeten worden -> machineparameters MD18150
$MN_MM_GUD_VALUES_MEM, MD18130 $MN_MM_NUM_GUD_NAMES_CHAN, MD18120
$MN_MM_NUM_GUD_NAMES_NCK controleren
- Als de fout bij het uitvoeren van het NC-programma met LUD-definities optreedt of bij het gebruik van cyclusprogramma's
(de parameters gelden als LUD-variabele van het cyclusprogramma), moeten de volgende machineparameters worden
gecontroleerd:
MD28040 $MC_MM_LUD_VALUES_MEM,
MD18242 $MN_MM_MAX_SIZE_OF_LUD_VALUE,
MD18260 $MN_MM_LUD_HASH_TABLE_SIZE,
MD28020 $MC_MM_NUM_LUD_NAMES_TOTAL,
MD28010 $MC_MM_NUM_REORG_LUD_MODULES
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
143