NC-alarmen
Verklaring:
Als de verplaatsingsblokken onderbroken worden door ASUP's, dan moet na afloop van de ASUP het voortzetten van het
onderbroken programma (reorganisatie van de blokverwerking) mogelijk zijn.
De 2e parameter beschrijft welke actie de blokbewerking wilde onderbreken.
Reactie:
Alarmweergave
Oplossing:
Programma uitvoeren tot bij een reorganiseerbaar NC-blok of werkstukprogramma wijzigen.
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
16916
[Kanaal %1: ] Herpositioneren: actie %2<ALNX> in actuele toestand niet toegelaten
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Actienummer/Actienaam
Verklaring:
Herpositioneren van de blokverwerking is momenteel niet mogelijk. Evt. kan daarom een bedrijfsmoduswissel niet worden
uitgevoerd.
De 2e parameter beschrijft door welke actie de herpositionering moet worden uitgevoerd.
Reactie:
Alarmweergave
Oplossing:
Programma uitvoeren tot bij een herpositioneerbaar NC-blok of werkstukprogramma wijzigen.
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
16919
[Kanaal %1: ] Actie %2<ALNX> bij geactiveerd alarm niet toegelaten
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Actienummer/Actienaam
Verklaring:
De actie kan niet worden uitgevoerd wegens een alarm, of het kanaal bevindt zich in fouttoestand.
Reactie:
Alarmweergave
Oplossing:
Indrukken van de RESET-toets.
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
16920
[Kanaal %1: ] Actie %2<ALNX> is reeds actief
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Actienummer/Actienaam
Verklaring:
Een identieke actie is nog in behandeling.
Reactie:
Alarmweergave
Oplossing:
Wachten tot de vorige procedure is afgesloten en daarna de bediening herhalen.
Voortzetting
Met wistoets resp. NC-START alarm wissen.
programma:
16922
[Kanaal %1: ] Onderprogramma's: actie %2<ALNX> maximale nestdiepte overschreden
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Actienummer/Actienaam
Verklaring:
Door verschillende acties kan de actuele bewerkingsprocedure onderbroken worden. Afhankelijk van de actie worden
ASUP-programma's geactiveerd. Deze ASUP-programma's kunnen net als de gebruikersprogramma's onderbroken
worden. Om geheugenredenen is een willekeurige nestingdiepte van de ASUP-programma's niet mogelijk.
Voorbeeld: een interrupt onderbreekt de actuele programma-uitvoering. Andere interrupts met hogere prioriteit
onderbreken de voordien geactiveerde ASUP-programmabewerkingen.
Mogelijke acties zijn: DryRunOn/Off, DecodeerAzonderlijkBlokOn, Restweg wissen, Interrupts .....
Reactie:
NC-startblokkering in dit kanaal.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
NC-stop bij alarm.
Oplossing:
Het event niet op dit blok activeren.
286
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
Alarmen