Oplossing:
Toets NC-stop bedienen en met de softkey PROGRAMMA CORRECT. de functie "Correctieblok" selecteren. De
correctiewijzer gaat op het foute blok staan.
- REDEF-instructie alleen in de INITIAL_INI-module gebruiken
- Actueel veiligheidsniveau via het bedieningspaneel minstens instellen op het niveau dat de variabele met het hoogste
niveau heeft
- Veiligheidsniveau programmeren binnen het toegelaten waardenbereik
- Nieuwe veiligheidsniveaus alleen onder de oude waarden programmeren
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12495
[Kanaal %1: ] blok %2 wijziging (definitie) van de gegevensklasse %3 is hier niet toegelaten
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = Gegevensklasse
Verklaring:
De wijziging van de gegevensklasse in dit ACCESS-bestand of het definiëren in dit GUD-bestand (bestandsnaam zie
alarm 15180) is niet mogelijk.
De prioriteit van de nieuwe gegevensklasse mag enkel kleiner dan of gelijk aan het definitiebestand zijn. Dit betekent dat
DCS enkel in SGUD (SACCESS), DCM niet in UGUD en GUD9 (UACCESS), DCU niet in GUD9 mag worden
geprogrammeerd. DCI is in alle GUD- en ACCESS-bestanden toegelaten.
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
De gegevensklasse binnen het voor deze GUD- of ACCESS-bestanden geldig bereik programmeren.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
12500
[Kanaal %1: ] Blok %2 In deze module is %3 niet mogelijk
Parameter:
%1 = Kanaalnummer
%2 = Bloknummer, label
%3 = Bron-string
Verklaring:
Het aangegeven sleutelwoord mag in dit moduletype en op deze plaats niet gebruikt worden (als bouwstenen gelden alle
bestanden in het NCK).
Bouwsteentypes:
Programmamodule
Bevat een hoofd- of onderprogramma
Gegevensmodule
Bevat macro- variabelendefinities en evt. een M-, H- of E-functie
Initialisatiemodule
Bevat slechts geselecteerde taalelementen voor de gegevensinitialisatie
Reactie:
Correctieblok met reorganiseren.
Naadsignalen worden gezet.
Alarmweergave
Oplossing:
Toets NC-stop bedienen en met de softkey PROGRAMMA CORRECT. de functie "Correctieblok" selecteren. De
correctiewijzer gaat op het foute blok staan.
Het aangegeven taalelement (sleutelwoord) met zijn parameters uit deze module verwijderen en invoegen in de daarvoor
bestemde module.
Voortzetting
Met NC-START of RESET-toets alarm wissen en programma voortzetten.
programma:
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
NC-alarmen
149