3
Gedeelte NC-dialoog
Toets
120
De volgende functies gelden voor de werkstand Programmeren en de
toepassing MDI.
Functie
In het venster NC-functie invoegen de map Baanfuncties
openen om een functie voor benaderen of verlaten te selecte-
ren
Verdere informatie: "Basisprincipes van de functies voor
benaderen en verlaten", Pagina 361
Het werkgebied Contour openen om bijvoorbeeld een frees-
contour te tekenen
Uitsluitend in bedrijfsmodus Programmeren
Verdere informatie: "Grafisch programmeren", Pagina 1471
Afkanting programmeren
Verdere informatie: "Afkanting CHF", Pagina 336
Rechte programmeren
Verdere informatie: "Rechte L", Pagina 334
Cirkelbaan met opgave van radius programmeren
Verdere informatie: "Cirkelbaan CR", Pagina 342
Afronding programmeren
Verdere informatie: "Afronding RND", Pagina 337
Cirkelbaan met tangentiële overgang naar het voorafgaande
contourelement programmeren
Verdere informatie: "Cirkelbaan CT", Pagina 345
Cirkelmiddelpunt of pool programmeren
Verdere informatie: "Cirkelmiddelpunt CC", Pagina 338
Cirkelbaan met referentie voor het cirkelmiddelpunt program-
meren
Verdere informatie: "Cirkelbaan C ", Pagina 340
In het venster NC-functie invoegen de map Instellen
openen om een tastcyclus te selecteren
Verdere informatie: "Programmeerbare tastcycli",
Pagina 1625
In het venster NC-functie invoegen de map Bewerkingscy-
cli openen om een cyclus te selecteren
Verdere informatie: "Cycli definiëren", Pagina 486
In het venster NC-functie invoegen de map Cyclusoproep
openen om een bewerkingscyclus op te roepen
Verdere informatie: "Cycli oproepen", Pagina 489
Spronglabel programmeren
Verdere informatie: "Label definiëren met LBL SET",
Pagina 390
Over het product | Bedieningselementen
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022