Eerste stappen | Werkstuk programmeren en simuleren
4.3.7
Benaderen en verlaten van de contour
Wanneer u een contour programmeert, hebt u een startpunt en een eindpunt buiten
de contour nodig.
De volgende posities zijn noodzakelijk voor het benaderen en verlaten van de
contour:
Helpscherm
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Positie
Startpunt
Voor het startpunt gelden de volgende voorwaarden:
Geen gereedschapsradiuscorrectie
Zonder botsingsgevaar te benaderen
Dicht bij het eerste contourpunt
De afbeelding toont het volgende:
Als het startpunt wordt vastgelegd in het donkergrijze
gedeelte, dan wordt de contour bij het benaderen van het
eerste contourpunt beschadigd.
Startpunt in de gereedschapas benaderen
Vóór het benaderen van het eerste contourpunt moet u het
gereedschap in de gereedschapsas op werkdiepte positione-
ren. Benader bij botsingsgevaar het startpunt in de gereed-
schapsas apart.
Eerste contourpunt
De besturing verplaatst het gereedschap van het startpunt
naar het eerste contourpunt.
Voor de verplaatsing van het gereedschap naar het eerste
contourpunt moet er een gereedschapsradiuscorrectie
geprogrammeerd worden.
Eindpunt
Voor het eindpunt gelden de volgende voorwaarden:
Zonder botsingsgevaar te benaderen
Dicht bij het laatste contourpunt
Beschadiging van de contour uitsluiten: het optimale
eindpunt ligt in het verlengde van de gereedschapsbaan
voor de bewerking van het laatste contourelement
De afbeelding toont het volgende:
Als het eindpunt wordt vastgelegd in het donkergrijze gedeel-
te, dan wordt de contour bij het benaderen van het eindpunt
beschadigd.
4
139