Download Print deze pagina

Siemens SINUMERIK 828D Handboek pagina 1021

Verberg thumbnails Zie ook voor SINUMERIK 828D:

Advertenties

Oplossing:
Bij storingswaarde bit 0 = 1:
Bij een EnDat-gever kunnen onder F31111 meer details worden teruggevonden.
233115
<Aanduiding locatie>Gever 3: amplitudefout spoor A of B storing (A^2 + B^2)
Meldingswaarde:
spoor A: %1, spoor B: %2
Aandrijvingsobject: HLA_828, SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
Servo: UIT1 (GEEN, IASC/DCBRK, UIT2, UIT3)
Hla: UIT1 (GEEN, UIT2, UIT3)
Bevestiging:
IMPULSBLOKKERING
Oorzaak:
De amplitude ( wortel van A^2 + B^2) bij gever 3 overschrijdt de toegelaten tolerantie.
Storingswaarde (r0949, hexadecimaal interpreteren):
yyyyxxxx hex:
yyyy = signaalniveau van spoor B (16 bit met voorteken)
xxxx = signaalniveau van spoor A (16 bit met voorteken)
Nominaal moeten de signaalniveaus van de gever tussen 375 mV ... 600 mV liggen (500 mV -25/+20 %).
De activeringsdrempel ligt bij <170 mV (rekening houden met de frequentiegang van de gever) en bij > 750 mV.
Een signaalniveau van 500 mV piekniveau komt overeen met de getalwaarde 5333 hex = 21299 dec.
Aanwijzing voor de sensormodule voor resolvers (bijv. SMC10):
Nominaal liggen de signaalniveaus bij 2900 mV (2.0 Veff). De activeringsdrempel ligt bij < 1070 mV en bij > 3582 mV.
Een signaalniveau van 2900 mV topwaarde komt overeen met de getalwaarde 6666 hex = 26214 dec.
Aanwijzing:
De analoge waarden van de amplitudefout zijn niet tegelijkertijd met de foutactivering van de hardware van de
sensormodule gemeten.
Oplossing:
- EMC-conforme plaatsing van de geverleidingen en afscherming controleren.
- Stekkerverbindingen controleren.
- Gever resp. geverleiding vervangen.
- Sensormodule controleren (bijv. contacten).
- Bij meetsystemen zonder eigen lagering geldt:
- Instelling van de aftastkop en lagering van het meetwiel controleren.
- Bij meetsystemen met eigen lagering geldt:
- Verzekeren dat er geen axiale druk wordt uitgeoefend op de geverbehuizing.
233116
<Aanduiding locatie>Gever 3: amplitudefout bewaking spoor A + B
Meldingswaarde:
spoor A: %1, spoor B: %2
Aandrijvingsobject: HLA_828, SERVO_828, SERVO_COMBI
Reactie:
Servo: UIT1 (GEEN, IASC/DCBRK, UIT2, UIT3)
Hla: UIT1 (GEEN, UIT2, UIT3)
Bevestiging:
ONMIDDELLIJK
Oorzaak:
De amplitude van de gelijkgerichte geversignalen A en B en de amplitude uit de wortel van A^2 + B^2 bij gever 3 ligt niet
binnen het tolerantiebereik.
Storingswaarde (r0949, hexadecimaal interpreteren):
yyyyxxxx hex:
yyyy = signaalniveau van spoor B (16 bit met voorteken)
xxxx = signaalniveau van spoor A (16 bit met voorteken)
Nominaal moeten de signaalniveaus van de gever tussen 375 mV ... 600 mV liggen (500 mV -25/+20 %).
De activeringsdrempel ligt bij < 130 mV (rekening houden met de frequentiegang van de gever) en bij > 955 mV.
Een signaalniveau van 500 mV piekniveau komt overeen met de getalwaarde 5333 hex = 21299 dec.
Aanwijzing:
De analoge waarden van de amplitudefout zijn niet tegelijkertijd met de foutactivering van de hardware van de
sensormodule gemeten.
Alarmen
Diagnosehandboek, 01/2015, 6FC5398-8BP40-5JA2
SINAMICS-alarmen
1021

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Sinamics s120Sinumerik 840d sl