Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kalibratie
Instructies
HEIDENHAIN garandeert de werking van de tastcycli alleen in combinatie
met HEIDENHAIN-tastsystemen.
Let op: botsingsgevaar!
Bij de uitvoering van de tastcycli 400 t/m 499 mogen geen cycli voor
coördinatenomrekening actief zijn. Er bestaat botsingsgevaar!
De volgende cycli niet vóór het gebruik van tastcycli activeren:
cyclus 7 NULPUNT, cyclus 8 SPIEGELEN, cyclus 10 ROTATIE,
cyclus 11 MAATFACTOR en cyclus 26 MAATFACTOR ASSPEC..
Coördinatenomrekeningen van tevoren terugzetten
Deze cyclus kunt u uitsluitend in de bewerkingsmodi FUNCTION MODE MILL en
FUNCTION MODE TURN uitvoeren.
Tijdens de kalibratie wordt automatisch een meetprotocol opgesteld. Dit protocol
heeft de naam TCHPRAUTO.html. Dit bestand wordt op dezelfde locatie
opgeslagen als het bronbestand. Het meetprotocol kan op de besturing met de
browser worden weergegeven. Wanneer in een NC-programma meerdere cycli
voor de kalibratie van het tastsysteem worden gebruikt, bevinden alle meetpro-
tocollen zich onder TCHPRAUTO.html.
De actieve lengte van het tastsysteem is altijd gerelateerd aan het gereed-
schapsreferentiepunt. Het gereedschapsreferentiepunt bevindt zich vaak op de
zogenoemde spilneus ofwel het eindvlak van de spil. Uw machinefabrikant kan
het gereedschapsreferentiepunt ook afwijkend plaatsen.
Het zoeken naar de equator van de ijkkogel vereist een verschillend aantal
tastpunten, afhankelijk van de nauwkeurigheid van de voorpositionering.
Om optimale resultaten met betrekking tot de nauwkeurigheid met een L-vormige
taststift te verkrijgen, adviseert HEIDENHAIN om het tasten en kalibreren met
dezelfde snelheid uit te voeren. Let op de positie van de aanzet-override als deze
bij het tasten actief is.
Als u Q455=0 programmeert, voert de besturing geen 3D-kalibratie uit.
Als u Q455=1 tot 30 programmeert, wordt een 3D-kalibratie van het tastsysteem
uitgevoerd. Daarbij worden afwijkingen van het uitwijkgedrag in relatie tot
verschillende hoeken bepaald. Als u cyclus 444 gebruikt, moet u van tevoren een
3D-kalibratie uitvoeren.
Als u Q455=1 tot 30 programmeert, wordt onder TNC:\system\3D-ToolComp\*
een tabel opgeslagen.
Als er een verwijzing naar een kalibratietabel (gegeven in DR2TABLE) bestaat, dan
wordt deze tabel overschreven.
Als er nog geen verwijzing naar een kalibratietabel (gegeven in DR2TABLE)
bestaat, worden een aan het gereedschapsnummer gerelateerde verwijzing en de
bijbehorende tabel gegenereerd.
Aanwijzing voor het programmeren
U moet vóór de cyclusdefinitie een gereedschapsoproep voor de definitie van de
tastsysteemas programmeren.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
AANWIJZING
31
1901