31
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
Helpscherm
Parameter
Q304 Basisrotatie uitvoeren (0/1)?
Vastleggen of de besturing de scheve ligging van het
werkstuk moet compenseren door een basisrotatie:
0: geen basisrotatie uitvoeren
1: basisrotatie uitvoeren
Invoer: 0, 1
Q305 Nummer in tabel?
Voer de regelnummers van de referentiepunttabel/nulpunt-
tabel in waarin de besturing de coördinaten van de hoek
opslaat. Afhankelijk van Q303 legt de besturing het item in
de referentiepunttabel of in de nulpunttabel vast:
Wanneer Q303 = 1, dan beschrijft de besturing de referentie-
punttabel.
Wanneer Q303 = 0, dan beschrijft de besturing de nulpuntta-
bel. Het nulpunt wordt niet automatisch geactiveerd.
Verdere informatie: "Berekende referentiepunt opslaan",
Pagina 1743
Invoer: 0...99999
Q331 Nieuw nulpunt in hoofdas ?
Coördinaat in de hoofdas waarop de besturing de vastgestel-
de hoek moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt
absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q332 Nieuw nulpunt in hulpas ?
Coördinaat in de nevenas waarop de besturing de vastgestel-
de hoek moet instellen. Basisinstelling = 0. De waarde werkt
absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999
Q303 Meetwaarde overdracht (0,1)?
Vastleggen of het vastgelegde referentiepunt in de nulpuntta-
bel of in de referentiepunttabel moet worden opgeslagen:
-1: niet gebruiken! Wordt door de besturing ingevoerd
wanneer oude NC-programma's worden ingelezen (zie
"Gemeenschappelijke kenmerken van alle tastcycli 4xx voor
het vastleggen van een referentiepunt", Pagina 1742)
0: vastgesteld referentiepunt in de actieve nulpunttabel
opslaan. Referentiesysteem is het actieve werkstukcoördina-
tensysteem
1 = vastgesteld referentiepunt in de referentiepunttabel
opslaan.
Invoer: –1, 0, +1
1776
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022