31
Helpscherm
+2
-2
Z
Q260
1652
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
Q372=
+3
-3
+1
-1
X
Parameter
Q1107 3e nominale positie nevenas?
Absolute nominale positie van de derde tastpositie in de
nevenas van het bewerkingsvlak
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
Q1108 3e nominale positie GS-as?
Absolute nominale positie van de derde tastpositie in de
gereedschapsas van het bewerkingsvlak
Invoer: -99999.9999...+9999.9999 Als alternatief optionele
invoer, zie Q1100
Q372 Tastrichting (-3...+3)?
As in de richting waarvan moet worden getast. Met het
voorteken definieert u of de besturing zich in positieve of
negatieve richting verplaatst.
Invoer: –3, –2, –1, +1, +2, +3
Q320 Veiligheidsafstand?
Extra afstand tussen meetpunt en tastsysteemkogel. Q320
werkt aanvullend op de kolom SET_UP van de tastsysteem-
tabel. De waarde werkt incrementeel.
Invoer: 0...99999,9999 Alternatief PREDEF
Q260 Veilige hoogte?
Coördinaat in de gereedschapsas waarin een botsing tussen
het tastsysteem en het werkstuk (spanmiddel) uitgesloten is.
De waarde werkt absoluut.
Invoer: –99999,9999...+99999,9999 Alternatief PREDEF
Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte?
Positioneergedrag tussen de tastposities:
-1: niet naar veilige hoogte verplaatsen.
0: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
1: voor en na elk object naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
Invoer: –1, 0, +1, +2
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022