31
Driftcompensatie
Tijdens de bewerking zijn verschillende onderdelen van een machine op grond van
veranderende omgevingsinvloeden onderhevig aan drift. Wanneer de drift over het
gehele verplaatsingsbereik voldoende constant is en wanneer tijdens de bewerking
de kalibreerkogel op de machinetafel kan blijven staan, kan deze drift met cyclus 452
worden geregistreerd en gecompenseerd.
Kalibreerkogel opspannen
Tastsysteem inspannen
Meet de kinematica volledig op met cyclus 451 alvorens met de bewerking te
beginnen
Stel het referentiepunt (met Q432 = 2 of 3 in cyclus 451) in na het opmeten van
de kinematica
Stel vervolgens de referentiepunten voor uw werkstukken in en start de
bewerking
Referentiemeting voor driftcompensatie
11 TOOL CALL "TOUCH_PROBE" Z
12 CYCL DEF 247 REF.PUNT VASTL. ~
Q339=+1
13 TCH PROBE 451 KINEMATICA OPMETEN ~
Q406=+1
Q407=+12.5
Q320=+0
Q408=+0
Q253=+750
Q380=+45
Q411=+90
Q412=+270
Q413=+45
Q414=+4
Q415=-90
Q416=+90
Q417=+0
Q418=+2
Q419=+90
Q420=+270
Q421=+0
Q422=+3
Q423=+4
Q431=+3
Q432=+0
1934
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kinematica automatisch meten
Deze procedure is ook mogelijk op machines zonder rotatie-assen.
;REF.PUNT-NUMMER
;MODUS ~
;KOGELRADIUS ~
;VEILIGHEIDSAFSTAND ~
;TERUGTREKHOOGTE ~
;AANZET VOORPOS. ~
;REFERENTIEHOEK ~
;STARTHOEK A-AS ~
;EINDHOEK A-AS ~
;INSTELHOEK A-AS ~
;MEETPUNTEN A-AS ~
;STARTHOEK B-AS ~
;EINDHOEK B-AS ~
;INSTELHOEK B-AS ~
;MEETPUNTEN B-AS ~
;STARTHOEK C-AS ~
;EINDHOEK C-AS ~
;INSTELHOEK C-AS ~
;MEETPUNTEN C-AS ~
;AANTAL KEREN TASTEN ~
;PRESET VASTLEGGEN ~
;HOEKBEREIK OMK.FT
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022