Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kinematica automatisch meten
Instructies m.b.t. de nauwkeurigheid
Eventueel voor de duur van de meting de spaninrichting van de rotatie-
assen uitschakelen, omdat dit anders verkeerde meetresultaten kan
opleveren. Raadpleeg het machinehandboek.
Geometrie- en positioneerfouten van de machine beïnvloeden de meetwaarden
en dus ook de optimalisatie van een rotatie-as. Een restfout die niet kan worden
gecorrigeerd, blijft dus altijd bestaan.
Indien ervan wordt uitgegaan dat er geen geometrie- en positioneerfouten aanwezig
zijn, dan zijn de door de cyclus bepaalde waarden op elk willekeurig punt in de
machine tot een bepaald tijdstip exact reproduceerbaar. Hoe groter de geometrie- en
positioneerfouten, des te groter is de spreiding van de meetresultaten wanneer u de
metingen op verschillende posities uitvoert.
De door de besturing in het meetprotocol vermelde spreiding is een maatstaf voor
de nauwkeurigheid van de statische zwenkbewegingen van een machine. Bij de
beoordeling van de nauwkeurigheid moet echter ook rekening worden gehouden met
de meetcirkelradius en bovendien met het aantal en de positie van de meetpunten.
Bij slechts één meetpunt kan er geen spreiding worden berekend. De getoonde
spreiding heeft in dat geval betrekking op de ruimtelijke fout van het meetpunt.
Indien er meer rotatie-assen gelijktijdig bewegen, overlappen de fouten elkaar. In het
ongunstigste geval worden ze bij elkaar opgeteld.
Indien uw machine is uitgevoerd met een gestuurde spil, moet de
hoeknageleiding in de tastsysteemtabel (kolom TRACK) worden
geactiveerd. Dit leidt in het algemeen tot een grotere nauwkeurigheid bij
het meten met een 3D-tastsysteem.
Omkeerfout
Met een omkeerfout wordt een geringe speling bedoeld tussen de impulsgever
(hoekmeetsysteem) en de tafel, die bij het omkeren van de richting ontstaat. Als
de omkeerfout van de rotatie-assen buiten het regelbereik ligt, bijv. omdat de
hoekmeting met de motorimpulsgever plaatsvindt, kan dit tot aanzienlijke fouten bij
het zwenken leiden.
Met de invoerparameter Q432 kunt u een meting van de omkeerfout activeren.
Hiervoor voert u een hoek in die de besturing als passeerhoek gebruikt. De cyclus
voert dan per rotatie-as twee metingen uit. Wanneer u hoekwaarde 0 overneemt,
bepaalt de besturing geen omkeerfout.
Wanneer in de optionele machineparameter mStrobeRotAxPos (nr.
204803) een M-functie voor positionering van de rotatie-assen is
ingesteld, of indien er sprake is van een Hirth-as, dan kan de omkeerfout
niet worden bepaald.
Programmeer- en bedieningsinstructies:
De besturing voert geen automatische compensatie van de
omkeerfout uit.
Bij een meetcirkelradius < 1 mm bepaalt de besturing niet langer de
omkeerfout. Hoe groter de meetcirkelradius, des te nauwkeuriger kan
de besturing de omkeerfout van de rotatie-as bepalen.
Verdere informatie: "Protocolfunctie", Pagina 1925
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
31
1917