Download Print deze pagina

HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 1677

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
31.2.7
Cyclus 1416 TASTEN SNIJPUNT
ISO-programmering
G1416
Toepassing
Met tastcyclus 1416 bepaalt u het snijpunt van twee zijden. U kunt de cyclus in
alle drie bewerkingsvlakken XY, XZ en YZ uitvoeren. De cyclus heeft in totaal vier
tastpunten nodig, aan elke zijde twee posities. De volgorde van de zijden kunt u
willekeurig kiezen.
Als u vóór deze cyclus de cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN programmeert, herhaalt
de besturing de tastpunten in de geselecteerde richting en gedefinieerde lengte
langs een rechte lijn.
Verdere informatie: "Cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN ", Pagina 1883
De cyclus biedt bovendien de volgende mogelijkheden:
Als de coördinaten van de tastpunten onbekend zijn, kunt u de cyclus in halfauto-
matische modus uitvoeren.
Verdere informatie: "Halfautomatische modus", Pagina 1639
Als u de exacte positie vooraf hebt bepaald, kunt u de waarde in de cyclus als
actuele positie definiëren
Verdere informatie: "Overdracht van een actuele positie", Pagina 1647
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem in ijlgang FMAX_PROBE (uit de tast-
systeemtabel) en met positioneerlogica naar het geprogrammeerde tastpunt 1.
Verdere informatie: "Positioneerlogica", Pagina 1632
2 De besturing verplaatst het tastsysteem in ijlgang FMAX_PROBE naar de veilig-
heidsafstand. Deze volgt uit de som Q320, SET_UP en de tastkogelradius. Met de
veiligheidsafstand wordt bij het tasten in elke tastrichting rekening gehouden.
3 Vervolgens verplaatst de besturing het tastsysteem naar de ingevoerde
meethoogte Q1102 en voert het eerste tastproces met tastaanzet F uit de tast-
systeemtabel uit.
4 Als u de MODUS VEILIGE HOOGTE Q1125 programmeert, positioneert de
besturing het tastsysteem met FMAX_PROBE terug naar de veilige hoogte Q260.
5 De besturing verplaatst het tastsysteem naar het volgende tastpunt.
6 De besturing verplaatst het tastsysteem naar de ingevoerde meethoogte Q1102
en registreert het volgende tastpunt.
7 De besturing herhaalt stap 4 t/m 6 tot alle vier de tastpunten zijn vastgelegd.
8 De besturing slaat de vastgestelde positie op in de volgende Q-parameters.
Als Q1120 OVERNAMEPOSITION met de waarde 1 is gedefinieerd, schrijft de
besturing de vastgestelde positie in de actieve regel van de referentiepunttabel.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
2
4
1
3
31
1677

Advertenties

loading