31
Instructies m.b.t. de diverse kalibratiemethodes
Globale optimalisatie tijdens de inbedrijfstelling na invoer van globale maten
Aantal meetpunten tussen 1 en 2
Hoekstap van de rotatie-assen: ca. 90°
Fijne optimalisatie over het gehele verplaatsingsbereik
Aantal meetpunten tussen 3 en 6
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
Positioneer de kalibreerkogel zodanig op de machinetafel dat bij tafel-rotatie-
assen een grote meetcirkelradius ontstaat, of dat bij kop-rotatie-assen de
meting op een representatieve positie kan plaatsvinden (bijv. in het midden
van het verplaatsingsbereik)
Optimalisatie van een speciale rotatie-aspositie
Aantal meetpunten tussen 2 en 3
De metingen worden uitgevoerd met behulp van de instelhoek van een as
(Q413/Q417/Q421) rond de rotatieashoek, waarbij de bewerking later moet
plaatsvinden
Positioneer de kalibreerkogel zodanig op de machinetafel dat de kalibratie op
dezelfde positie plaatsvindt als de bewerking
Machinenauwkeurigheid controleren
Aantal meetpunten tussen 4 en 8
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
Bepaling van de omkeerfout van de rotatie-as
Aantal meetpunten tussen 8 en 12
De start- en eindhoek moeten een zo groot mogelijk verplaatsingsbereik van
de rotatie-assen bestrijken
1916
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Kinematica automatisch meten
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022