Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem in ijlgang FMAX_PROBE (uit de tast-
systeemtabel) en met positioneerlogica naar het geprogrammeerde tastpunt 1.
De besturing houdt bij de voorpositionering rekening met de veiligheidsafstand
Q320.
Verdere informatie: "Positioneerlogica", Pagina 1632
2 Vervolgens verplaatst de besturing het tastsysteem naar de ingevoerde
meethoogte Q1102 en voert het eerste tastproces met tastaanzet F uit de tast-
systeemtabel uit.
3 Als u de MODUS VEILIGE HOOGTE Q1125 programmeert, positioneert de
besturing het tastsysteem met FMAX_PROBE terug naar de veilige hoogte Q260.
4 De besturing slaat de vastgestelde positie op in de volgende Q-parameters.
Als Q1120 OVERNAMEPOSITION met de waarde 1 is gedefinieerd, schrijft de
besturing de vastgestelde positie in de actieve regel van de referentiepunttabel.
Verdere informatie: "Basisprincipes van de tastcycli 14xx voor het vastleggen
van een referentiepunt", Pagina 1714
Q-parameter
nummer
Q950 t/m Q952
Q980 t/m Q982
Q183
Q970
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
1
Betekenis
Eerste gemeten positie in de hoofd-, neven- en gereed-
schapsas
Gemeten afwijkingen van het eerste tastpunt
Werkstukstatus
-1 = niet gedefinieerd
0 = goed
1 = nabewerken
2 = afkeur
Als u cyclus 1493 EXTRUSIE TASTEN hebt geprogrammeerd:
Maximale afwijking vanaf het eerste tastpunt
31
1715