Programmeerbare tastcycli | Tastcycli Referentiepunten automatisch vastleggen
Helpscherm
Q260
Y
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Parameter
Q1125 Verplaatsen naar veilige hoogte?
Positioneergedrag tussen de tastpunten bij een sleuf:
Z
-1: niet naar veilige hoogte verplaatsen.
0, 1: voor en na de cyclus naar veilige hoogte verplaatsen.
De voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
2: voor en na elk tastpunt naar veilige hoogte verplaatsen. De
voorpositionering gebeurt met FMAX_PROBE.
De parameter werkt alleen bij Q1115 = +1 (sleuf).
Invoer: –1, 0, +1, +2
Q309 Reactie bij tolerantiefout?
Reactie bij tolerantie-overschrijding:
0: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop niet
onderbreken. De besturing opent geen venster met resulta-
ten.
1: bij tolerantie-overschrijding de programma-afloop onder-
breken. De besturing opent een venster met resultaten.
2: de besturing opent bij nabewerken geen venster met resul-
taten. De besturing opent bij actuele posities in het afkeur-
gedeelte een venster met resultaten en onderbreekt de
programma-afloop.
Invoer: 0, 1, 2
Q1120 Positie voor overname?
Vastleggen of de besturing het actieve referentiepunt corri-
geert:
0: geen correctie
1: correctie van het actieve referentiepunt ten opzichte van
het middelpunt van de sleuf of de dam. De besturing corri-
geert het actieve referentiepunt met de afwijking van de
nominale en actuele positie van het middelpunt.
Invoer: 0, 1
31
1731