HEIDENHAIN TNC7 Gebruikershandboek pagina 1684

Verberg thumbnails Zie ook voor TNC7:

Advertenties

11 TCH PROBE 1416 TASTEN SNIJPUNT ~

Basisprincipes van de tastcycli 4xx

Gemeenschappelijke kenmerken van de tastcycli voor het registreren

van een scheve ligging van het werkstuk

Bij de cycli 400, 401 en 402 kunt u via parameter Q307 Vooraf ingestelde

basisrotatie vastleggen, of het meetresultaat met een bekende hoek α (zie

afbeelding) moet worden gecorrigeerd. Daardoor kunt u de basisrotatie bij een

willekeurige rechte

Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen

;1.PUNT HOOFDAS ~

;1E PUNT NEVENAS ~

;1.PUNT WZ-AS ~

;TOLERANTIE ~

;NOMINALE HOEK 1E RECHTE ~

;TASTRICHTINGEN 1E RECHTE ~

;EERSTE AFSTAND 1E RECHTE ~

;TWEEDE AFSTAND 1E RECHTE ~

;TOLERANZ 2 ~

;NOMINALE HOEK 2E RECHTE ~

;TASTRICHTING 2E RECHTE ~

;EERSTE AFSTAND 2E RECHTE ~

;TWEEDE AFSTAND 2E RECHTE ~

;OBJECTVLAK ~

;VEILIGHEIDSAFSTAND ~

;VEILIGE HOOGTE ~

;MODUS VEILIGE HOOGTE ~

;FOUTREACTIE ~

;ROTATIE-ASSEN UITL. ~

;OVERNAMEPOSITION ~

;ROTATIE OVERNEMEN

van het werkstuk meten en de referentie naar de eigenlijke 0°-

tot stand brengen.

Deze cycli werken niet met 3D-Rot! Gebruik in dit geval de cycli 14xx.

Verdere informatie: "Basisprincipes van de tastcycli 14xx", Pagina 1638

HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022

Advertenties