31
Cyclusverloop
1 De besturing positioneert het tastsysteem in ijlgang (waarde uit kolom FMAX) en
met positioneerlogica naar het tastpunt 1. De besturing berekent de tastpunten
uit de gegevens in de cyclus en de veiligheidsafstand uit de kolom SET_UP van
de tabel van het tastsysteem
Verdere informatie: "Positioneerlogica", Pagina 1632
2 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich naar de ingevoerde meethoogte en
voert het eerste tastproces met tastaanzet (kolom F) uit. De besturing bepaalt de
tastrichting automatisch, gerelateerd aan de geprogrammeerde starthoek.
3 Vervolgens verplaatst het tastsysteem zich cirkelvormig, met meethoogte
of op veilige hoogte, naar de volgende tastpositie
tastproces uit.
4 De besturing positioneert het tastsysteem naar tastpositie
tastpositie 4, voert daar het derde resp. vierde tastproces uit en positioneert het
tastsysteem op het vastgestelde midden van de boring.
5 Ten slotte verplaatst de besturing het tastsysteem weer naar de veilige hoogte
en richt het werkstuk uit door rotatie van de rondtafel. De besturing draait daarbij
de rondtafel zo, dat het midden van de boring na de compensatie - zowel bij een
verticale als bij een horizontale tastsysteemas - in de richting van de positieve Y-
as of op de nominale positie van het middelpunt van de boring ligt. De gemeten
hoekverspringing is bovendien nog beschikbaar in parameter Q150.
1706
Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
2
en voert daar het tweede
3
en vervolgens naar
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022