Werkstand Simulatie | Modelvergelijking
Instructies
De besturing markeert maatverschillen tussen gesimuleerd werkstuk en bewerkt
werkstuk met behulp van de functie Modelvergelijk. pas vanaf verschillen groter
dan 0,2 mm qua kleur.
Gebruik de meetfunctie om het precieze maatverschil tussen onbewerkt en
bewerkt werkstuk te bepalen.
Verdere informatie: "Verschil tussen onbewerkt werkstuk en bewerkt werkstuk
meten", Pagina 1586
29.7
Rotatiecentrum van de simulatie
Toepassing
Het rotatiecentrum van de simulatie bevindt zich standaard in het midden van het
model. Als u zoomt, wordt het rotatiecentrum steeds weer automatisch naar het
midden van het model opgeschoven. Wanneer u de simulatie met een gedefinieerd
punt wilt roteren, kunt u het rotatiecentrum handmatig bepalen.
Functiebeschrijving
Met de functie Rotatiecentrum kunt u het rotatiecentrum voor de simulatie
handmatig instellen.
De besturing geeft het symbool Rotatiecentrum afhankelijk van de toestand als
volgt weer:
Symbool
29.7.1
Rotatiecentrum op een hoek van het gesimuleerde werkstuk
instellen
U kunt het rotatiecentrum als volgt instellen op een hoek van het werkstuk:
Willekeurige werkstand selecteren, bijvoorbeeld Programmeren
Werkgebied Simulatie openen
Het rotatiecentrum bevindt zich in het midden van het model.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Functie
Het rotatiecentrum ligt in het midden van het model.
Het symbool knippert. Het rotatiecentrum kan worden
verschoven.
Het rotatiecentrum wordt handmatig ingesteld.
Rotatiecentrum selecteren
De besturing schakelt het symbool Rotatiecentrum om. Het
symbool knippert.
Hoek van het gesimuleerde werkstuk selecteren
Het rotatiecentrum is gedefinieerd. De besturing schakelt het
symbool Rotatiecentrum om naar Ingesteld.
29
1589