Programmeerbare tastcycli | Tastcycli scheve ligging van werkstuk automatisch bepalen
Evaluatie van de toleranties
Met behulp van de cycli 14xx kunt u ook tolerantiebereiken controleren. Daarbij
kunnen de positie en de grootte van een object worden gecontroleerd.
De volgende invoer met toleranties is mogelijk:
Tolerantie
Afmetingen
DIN EN ISO 286-2
DIN ISO 2768-1
Let bij de invoer van toleranties plaatshouder op het juiste gebruik van
hoofdletters en kleine letters.
Wanneer u een invoer met tolerantie programmeert, bewaakt de besturing het
tolerantiebereik. De besturing schrijft de statussen goed, nabewerking of afkeur
in de retourparameter Q183. Wanneer een correctie van het referentiepunt is
geprogrammeerd, corrigeert de besturing het actieve referentiepunt na het tasten
De volgende cyclusparameters staan invoer met toleranties toe:
Q1100 1.PUNT HOOFDAS
Q1101 1E PUNT NEVENAS
Q1102 1.PUNT WZ-AS
Q1103 2.PUNT HOOFDAS
Q1104 2.PUNT NEVENAS
Q1105 2E PUNT WZ-AS
Q1106 3.PUNT HOOFDAS
Q1107 3.PUNT NEVENAS
Q1108 3.PUNKT WZ-AS
Q1116 DIAMETER 1
Q1117 DIAMETER 2
Ga bij de programmering als volgt te werk:
Cyclusdefinitie starten
Keuzemogelijkheid Naam in de actiebalk activeren
Nominale positie /-maat incl. tolerantie programmeren
In de cyclus is bijv. QS1116="+8-2-1" opgeslagen.
Wanneer u een verkeerde tolerantie programmeert, beëindigt de
besturing de afwerking met een foutmelding.
HEIDENHAIN | TNC7 | Gebruikershandboek Volledige uitgave | 10/2022
Voorbeeld
10+0,01-0,015
10H7
10m
31
1645